Spotlight

‘Eindelijk de wind in de zeilen’ op Kennispark

| Rense Kuipers

Na ruim drie jaar ‘trekken en sleuren’, kan volgens Kennispark-gebiedsdirecteur Anne-Wil Lucas de blik vooruit. Met een langetermijninvesteerder aan boord, moet 2022 het jaar worden dat de schop eindelijk de grond in gaat. ‘Het is een constante zoektocht om de neuzen dezelfde kant op te krijgen.’

Laten we beginnen met een ietwat cryptische tweet afgelopen maand. ‘Het duurde wel even, maar ik ben blij dat ik ‘gebleven’ ben’. Klinkt daar vooral frustratie of opluchting uit?

‘Vooral opluchting, maar ook wat frustratie. Ik begon in oktober 2018 als kwartiermaker en herinner me nog het warme onthaal en de hooggespannen verwachtingen. Een oud-Kamerlid, iemand van buiten, die zou wel met een toverstafje Kennispark helemaal omtoveren. Jetzt geht’s los. Toch bleek al snel dat de situatie heel ingewikkeld was. Ja, er lag een gebiedsstrategie, maar dat waren woorden op papier, nog geen acties.

Het grootste probleem was dat niemand echt wakker lag van Kennispark. De gemeente zag nog steeds dat bedrijven zich vestigden, qua werkgelegenheid stond Kennispark nog in de top 3 van Nederlandse kennisparken. En de UT stond al jarenlang te boek als meest ondernemende universiteit en had het op de eigen campus al prima voor elkaar. Toch, achter al die rooskleurige cijfers ging een zorgwekkende trend schuil: dat dit gebied voor veel bedrijven niet meer de ideale plek was om zich te vestigen of te groeien, omdat het geen aantrekkelijke plek was voor talent. Men wilde heus wel dat die gebiedsstrategie uitgevoerd werd, maar echt wakker lag men er niet van.’

'Je ziet het nu nog niet direct, maar we hebben de wind in de zeilen. Eindelijk.'

Was u de enige?

‘Nee, er waren wel een aantal bedrijven die echt zagen dat Kennispark dringend een opknapbeurt nodig had. Maar in de wetenschap dat Kennispark in totaal zo’n vierhonderd bedrijven telt, waren er dus nog ontzettend veel die er niet wakker van lagen. Ik probeerde die urgentie door te laten dringen door me kritisch uit te laten over de situatie op Kennispark, maar dat werd vaak niet gewaardeerd. Wat daar ook achter zat was dat ik een buitenstaander was, die hier niet eens woont. Ik zou vast wel een keer weer vertrekken naar de volgende klus, was de veronderstelling. En ik was toch ambassadeur zeiden ze, ik moest toch juist trots zijn in plaats van kritisch? Zulke dingen. Maar op een gegeven moment was wel duidelijk dat ik zou blijven. Nu zijn we voor mijn gevoel over een dood punt heen, het trekken en sleuren begint zich uit te betalen. De gemeenteraad ziet de urgentie. Steeds meer bedrijven willen meedoen met de transformatie. Je ziet het nu nog niet direct, maar we hebben de wind in de zeilen. Eindelijk.’

Wat maakte de situatie zo ingewikkeld?

‘Het zoeken tussen allerlei verschillende belangen naar een gedeeld belang. Kennispark telt tachtig panden met zestig verschillende eigenaren en – zoals gezegd – vierhonderd bedrijven. Het is dus telkens kijken hoe we partijen meekrijgen in de ontwikkeling. Voor een pandeigenaar is het bijvoorbeeld aantrekkelijk om Kennispark officieel te bestempelen als sciencepark; op een sciencepark kun je een hogere huur vragen dan op een ‘gewoon bedrijventerrein’. Maar een hightechbedrijf dat er nu zit, is daar juist níét bij gebaat. Die wil een zo laag mogelijke huur, maar wel de voordelen van dichtbij de universiteit zitten. Het is dus een constante zoektocht om de neuzen dezelfde kant op te krijgen, dat de meerwaarde van de transformatie naar een echt sciencepark gezien wordt, ook al wordt het dan op sommige plekken duurder.’

'Soms moet het botsen, wil je verder komen'

Om de gewenste verandering te krijgen, wat ligt binnen uw eigen macht?

‘Veel niet – en dat maakte het er ook niet gemakkelijker op. Ik had als kwartiermaker formeel geen ‘mandaat’ om iets te doen en werkte met een klein eigen budget. Ik kon de gemeente nergens toe dwingen, de UT ook niet. Nog steeds is Kennispark eigenlijk niets meer dan een netwerkorganisatie die gedreven wordt door een gezamenlijke ambitie. Er is geen hiërarchische structuur. Als ik wil dat de gemeente iets doet, kan ik niet een ambtenaar daartoe opdracht geven, want ik ben geen leidinggevende. En zo zijn er meer zaken die ik zelf niet in de hand heb, ook al ben ik nu officieel gebiedsdirecteur. Een bestemmingsplan? Dat is aan de gemeente. Een businesscase voor een nieuw gebouw op de campus van de UT? Dat is aan de UT. Wat ik kan doen is enthousiasmeren, aanjagen en regie voeren. Wat ik nu doe, is ieder jaar een jaarplan opstellen waarin we samen afspraken maken. Ik kan nog steeds formeel niets afdwingen, maar ik kan wél terugvallen op de gemaakte afspraken. Gelukkig staat er nu een ingespeeld team, iedereen weet hoe ‘ie zich tot elkaar verhoudt. Natuurlijk was het niet altijd leuk. Maar soms moet het botsen, wil je verder komen.’

Beeld uit het stedenbouwkundig plan voor Kennispark.

Helpt het dat er met ASR Dutch Science Park Fund nu een grote investeerder aangesloten is?

‘Absoluut. De grootste winst zit in de mogelijkheid om regie te kunnen voeren op het hele gebied. Je hebt één grote vastgoedpartner als aanspreekpunt, zo kun je veel beter en gemakkelijker bedrijven clusteren op discipline en expertise. Het heeft best lang geduurd om die te vinden. Eerder leek Kadans nog de juiste papieren te hebben. Ze hadden grootse plannen om het hele gebied te transformeren, dat sprak natuurlijk wel aan. Maar we kwamen er met Kadans niet uit. ASR toonde zich veel voorzichtiger. Ze wilden het stapsgewijs aanpakken, zich eerst richten op de herontwikkeling rond de Hengelosestraat. Uiteindelijk lijkt die strategie beter bij Kennispark en de complexiteit van onze situatie te passen. Deze investeerder heeft eenzelfde belang, namelijk het creëren van een gevarieerd en innovatief ecosysteem, waar ruimte is voor startups, scale-ups en de grotere hightech bedrijven.’

'Ook de zachte kant van gebiedsontwikkeling doet ertoe, je moet een reden hebben om over te steken'

Hoeveel geld wordt er de komende jaren in de ontwikkeling van Kennispark gestoken?

‘Richting 2025 gaat het om zo’n 100 miljoen euro. ASR heeft plannen om de komende jaren zo’n 30 à 40 miljoen te investeren, die willen niet op hun handen zitten. De gemeente investeert in de openbare ruimte en planontwikkeling. En er zijn uiteraard andere ondernemers en vastgoedeigenaren zoals Ingo van Dijk, die investeert in de bouw van het nieuwe Fraunhofer Project Center. Of een Micronit die nieuw gaat bouwen op Kennispark.’

Wat kunnen we in 2022 verwachten?

‘Dat de schop de grond in gaat. Alles wat nodig is om dat voor elkaar te krijgen, is de afgelopen drie jaar georganiseerd. Voor de zomer moet de oversteek tussen de UT en Kennispark er komen, de gemeente gaat met de buitenruimte aan de slag, Demcon bouwt ondertussen hun Demcon Headquarters en het Fraunhofer Project Center wordt gebouwd. Verder zijn er plannen voor een de bouw van een nieuw multitenantgebouw en de MedTech Factory in het hart van Kennispark. En aan de UT-zijde van de Hengelosestraat beginnen plannen te ontstaan voor een pand waarin challenge-based learning en cleanrooms voor het bedrijfsleven samenkomen.’

Gaat die oversteek zorgen voor de beoogde samensmelting van de UT en Kennispark?

‘Niet direct. Dat hebben we ook gezien toen het viaduct werd weggehaald. Dat alleen levert niet automatisch interactie tussen beide zijden van de straat op. Een oversteek is ook maar een oversteek. Het gaat om alle activiteiten die je erom heen hebt, van community building tot meer activiteiten en faciliteiten creëren rondom zo’n oversteek. Ook de zachte kant van gebiedsontwikkeling doet ertoe, je moet een reden hebben om over te steken. Daarom is het ook zo belangrijk dat de woonruimtes er komen aan de Hengelosestraat. Maar ook horeca- en recreatiegelegenheden verderop, bijvoorbeeld.

Studenten en bedrijven weten elkaar al beter te vinden, maar dit moet nog beter. En dat zit hem niet alleen in de infrastructuur, maar ook in het verhaal dat je als bedrijf vertelt. Niet zozeer laten zien wat voor hightech producten je maakt, maar juist ook hóé dit hoogwaardige product impact heeft op de samenleving en bijvoorbeeld zorgt voor minder voedselverspilling of betere zorg. Daar zijn studenten naar op zoek en dáár ligt ook nog een uitdaging voor veel bedrijven.’

Wat zijn de doelen op de lange termijn?

‘Dat haakt in op de grotere ambitie voor meer levendige stationszones. Kennispark kan zo’n zone worden: een grootstedelijk gebied – of innovatiedistrict – met ruimte voor interessante banen, een hoogstedelijk woonmilieu, horeca en recreatie. We zijn nu nog vooral met de transformatie van Kennispark zelf bezig, maar samen met de stationszones van Hengelo en Enschede kan een bijzonder milieu ontstaan voor kenniswerkers. Het hele gebied moet aantrekkelijker worden voor de mensen die er al werken en voor hen die hun baan nog moeten vinden.’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.