Het blijft een taai vraagstuk binnen de politie; hoe zorg je dat politieteams hun eigen vooroordelen onder ogen willen zien? Promovendus Bas Böing – die ook bij de politie werkt - deed er onderzoek naar en verdedigt aanstaande donderdag zijn proefschrift met als titel Discussing the Elephant in the Room - Addressing Ethnic Profiling with Virtual Reality in Police Training. Volgens hem hebben een opgeheven vinger en dwang een averechts effect.
Hokjes
De officiële definitie van etnisch profileren is ‘gebruik van criteria zoals huidskleur, etniciteit, nationaliteit of religie bij opsporing en handhaving, zonder objectieve rechtvaardiging.’ Böing noemt het een menselijke eigenschap. ‘We hebben allemaal vooroordelen over anderen en zijn gewend om mensen in hokjes te plaatsen.’
De kans dat dit gebeurt bij de politie is misschien wel groter dan bij andere beroepsgroepen, omdat er een zekere beroepsdeformatie optreedt. ‘Als je de hele dag focust op de criminele kant van de samenleving, kan dat je perceptie vervormen', legt Böing uit. ‘Als je iemand treft die aan kenmerken voldoet van een groep waarmee je negatieve associaties hebt, bijvoorbeeld bij een bepaalde etniciteit, ben je eerder geneigd ervanuit te gaan dat diegene per definitie slechte bedoelingen heeft.’
Volgens het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum staan mensen met een migratieachtergrond relatief vaak voor de rechter. Volgens Böing betekent dat niet dat meteen een hele bevolkingsgroep erop aangekeken mag worden.
Wel of niet bewust en veranderingsbereid
Iedereen heeft dus een gekleurde blik. Alleen wil niet elke agent dat onder ogen zien. Böing deelt de houdingen van agenten over etnisch profileren in vier categorieën in. De eerste categorie, de Don’t knows, staat er nooit bij stil. ‘Dit is de groep die ontkent racistisch te zijn. Ze noemen zichzelf kleurenblind.’ De Don’t-cares zijn zich er wel van bewust, maar vinden het woke onzin, een uit de VS overgewaaide hype. ‘Dit zijn vaak witte agenten die zelf nooit discriminatie ervaren hebben.' De Don’t-wants vinden het ondermijnend en zijn bang voor de reputatie van de politie. De Don’t-dares willen er wel iets mee, maar durven het niet aan te kaarten uit angst voor buitensluiting. ‘Vaak, maar niet altijd, zijn dit agenten van kleur die het zelf hebben ondervonden’, aldus Böing.
Geen wondermiddel
Agenten staan doorgaans dus niet te popelen om ermee aan de slag te gaan. Hoe Böing ze dan toch zover krijgt? Hij legt uit dat de meeste politieagenten geen boekenwurmen zijn en het liefst in de praktijk leren. En een training met een Virtual Reality-bril blijkt een aantrekkelijk vooruitzicht. ‘Zo’n ding heeft een soort aantrekkingskracht.’
Met de bril op spelen de agenten mee in een filmverhaal gebaseerd op een casus uit de praktijk. Bijvoorbeeld een verhaal gebaseerd op recent nieuws uit Kampen. Een groep burgers vormde daar een preventieteam na een verkrachting door een bewoner van een asielzoekerscentrum in de buurt en hield daarna iedere Afrikaans aandoende bewoner van dat AZC aan. De agenten moeten in dat soort situaties keuzes maken, die het verdere afloop van het verhaal beïnvloeden. Maar de VR-bril zelf is niet het wondermiddel. De magie van de aanpak zit hem volgens Böing vooral in de gesprekken naderhand.
‘Een trainer behandelt in groepen van maximaal acht deelnemers hoe iedereen gehandeld heeft. En dan komen ze er soms achter dat ze vooringenomen beslissingen hebben genomen. Het allermooiste is als teams aangeven dat ze het er na de cursus in de koffiepauze nog over hebben.’ Hij heeft al zo’n vierhonderd trainers binnen de politie getraind. Het is effectiever om deze mensen uit de eigen praktijk te halen, weet Böing. ‘Agenten zijn eerder geneigd nieuwe informatie van elkaar aan te nemen, dan van iemand die verder van de praktijk staat.’
Nog geen structurele aanpak
Verder onderzoek toont aan dat de trainingen effectiever zijn als ze regelmatig worden herhaald. Daarom vindt Böing het belangrijk om ook de leiding ervan te doordringen. Die kunnen deelname aan de trainingen aanmoedigen en het zo structureel in de organisatie verankeren. ‘Zoiets heeft tijd nodig. Als je de trainingen niet regelmatig herhaalt vervallen mensen in oude patronen.’
De VR-trainingen leverden hem al een innovatieprijs van Europol op. Dat maakte de weg vrij naar meer middelen vanuit de politie. Daarmee ontwikkelen Böing en andere teamleden nu nieuwe casussen. Een andere uitwerking van de prijs was aanvragen uit het buitenland. ‘België gebruikt nu onze Nederlandse trainingen en voor Duitsland hebben we een nieuwe Duitse versie gemaakt.’