Hij weet het nog precies. Hoe hij – lichtelijk nerveus – die ochtend van 3 mei 2024 druk was met het aantrekken van zijn pak voor zijn verdediging later die dag. Er was eigenlijk geen tijd om dat telefoontje aan te nemen, maar de secretaresse van zijn vakgroep zei dat het écht dringend was. ‘Terwijl ik mijn schoenen aantrok, zat ik in een videogesprek met haar en een collega. Paul Havinga, mijn begeleider en promotor sinds dag één, was die ochtend overleden.’
Bemthuis slikt even als hij aan dat moment terugdenkt. ‘Ik verstijfde en wist niet wat ik moest zeggen. Een week eerder had ik hem nog gesproken. Zijn overlijden kwam als een enorme schok, omdat Paul zelf altijd zo positief en hoopvol was over de toekomst. Velen, inclusief ikzelf, wisten niet dat hij al zó ziek was.’
De promovendus in spe moest op dat bizarre moment een belangrijke beslissing nemen; gaat hij de verdediging van zijn promotie doorzetten of niet? In eerste instantie wilde hij alles afblazen, want hoe belangrijk is zoiets dan nog? Maar zijn collega’s en zijn vriendin vroegen hem: wat had Paul gezegd als je dit nu afzegt? ‘Zijn antwoord zou ongetwijfeld zijn geweest: Rob, wat maak je me nou? Hij had het onverstandig gevonden. De datum van mijn verdediging was al meerdere keren uitgesteld. Het werd tijd om af te ronden.’
Op de automatische piloot
En zo geschiedde. Al was het nog wel de vraag of zijn verdediging statutair geldig was. Er speelde namelijk nog iets anders. De andere promotor van Bemthuis, Maria Iacob, had op dat moment een medische afspraak in Amsterdam. Zij had kanker in een vergevorderd stadium en kon wegens die afspraak niet bij de verdediging aanwezig zijn. Maar volgens de statuten moet een minimum aantal leden met promotierecht aanwezig zijn.
‘Ik herinner me haar die dag als ijzersterk en had veel bewondering voor haar’
Bemthuis: ‘Heel veel mensen hebben toen bergen werk verzet om mogelijk te maken dat ik rechtsgeldig kon promoveren. De steun van collega’s, familie, vrienden en de promotiecommissie voelde ik enorm.’ Zijn verdediging verliep daarna op de automatische piloot. Alleen bij het zogeheten lekenpraatje werd hij zichtbaar geëmotioneerd na het tonen van een afbeelding van commissielid Paul Havinga.
En toen zag hij opeens vanuit zijn ooghoeken promotor Maria verschijnen via een video-verbinding. Ze was onderweg naar Enschede.
IJzersterk
Het raakte Bemthuis enorm, dat ze dát voor hem over had. ‘Uiteindelijk kon ze fysiek het sluitstuk van de ceremonie bijwonen. Ze sprak de laudatio uit, gevolgd door persoonlijke woorden. Dat was pure improvisatie, on the spot, terwijl ze nog herstellende was van behandelingen voor haar kanker en net een hele intensieve dag achter de rug had. Ik herinner me haar die dag als ijzersterk en had zoveel bewondering voor haar. Wat een kracht moet ze toen hebben gehad om op mijn promotie te willen verschijnen, dat ze dit voor mij over had in haar ellendige toestand.’
Maria overleed op 7 oktober 2024, nu bijna een jaar geleden. Bemthuis heeft bewust lang gewacht met het vertellen van zijn verhaal. Uit respect voor haar nabestaanden en om de aandacht bij Paul en Maria te houden. Het verdriet en gemis voor de familie en vrienden is zoveel heftiger weet hij. Wat hij wel wil, is dit verhaal brengen als een soort van eerbetoon aan twee hele bijzondere en veerkrachtige academici.
Het behalen van een doctoraat voelde voor hem niet alleen als een academische prestatie, maar ook als ‘een persoonlijke reis samen met je begeleiders’. ‘In mijn geval werd die reis zwaar, maar tegelijkertijd ook leerzaam en inspirerend. Paul en Maria stonden continu aan mijn zijde gedurende het promotietraject. Van hen leerde ik daardoor bijzondere levenslessen.’
Biertje drinken
Zo ervoer de promovendus met Paul best een pittige samenwerking. ‘Tijdens mijn tussentijdse kwalificatiegesprek botsten hij en ik stevig over de inhoud van mijn onderzoek. We voerden urenlange, stevige discussies. Maar die confrontatie was voor mij heel waardevol; het dwong me scherper na te denken en verbeterde ook mijn onderzoek zodanig dat het later zelfs een best paper award opleverde. Het mooiste was misschien nog wel dat we direct na de discussie weer met elkaar een biertje konden drinken.’ Hij vat samen: ‘Paul leerde me dat je stevige vakinhoudelijke debatten met elkaar kunt voeren, met respect en zonder wrok, zodat de beste ideeën komen bovendrijven.’
‘Paul had altijd een luisterend oor’
Maar er is meer. Bemthuis leerde Paul niet alleen kennen als een briljante onderzoeker, maar ook als een warm mens. ‘Ruime tijd voor zijn overlijden, gingen we met de hele vakgroep op de fiets naar zijn huis in Saasveld. Paul en zijn vrouw zetten de deur wagenwijd voor ons open en deden alles om het ons naar de zin te maken. Dat bezoek vergeet ik nooit. Het herinnert me eraan dat achter titels en functies een mens van vlees en bloed schuilt.’ Volgens Bemthuis had zijn promotor altijd een luisterend oor en tijd voor een oprecht ‘hoe gaat het?’. ‘Dankzij Paul besef ik hoe belangrijk het is om in de academie oog te houden voor elkaar als mens. Die band van menselijke betrokkenheid maakt samenwerken niet alleen prettiger, maar ook productiever, omdat vertrouwen en begrip groeien.’
Echte toewijding
Maria-Eugenia Iacob was de tweede promotor en dagelijkse begeleider van Bemthuis. In de praktijk betekende dit hij haar wekelijks sprak. Hij zag haar als een mentor ‘met een groot hart; scherpzinnig in haar feedback en warm wanneer de situatie daarom vroeg’. Ze was daarnaast erg open over haar kankerdiagnose, vertelt Bemthuis. En ondanks die ziekte toonde ze enorme toewijding en veerkracht. ‘Zelfs toen ze ernstig ziek was, bleef ze zich met hart en ziel inzetten voor haar studenten en collega’s. Dat bleek toen ze rechtstreeks vanuit Amsterdam op mijn promotie verscheen, ik weet dat dit haar enorm veel energie moet hebben gekost.’ Nu hij daaraan terugdenkt weet hij dat Maria hem liet inzien dat echte toewijding niet wijkt voor tegenslag.
‘Een goede mentor sterft nooit helemaal, een stukje van haar blijft altijd voorbestaan’
Een van de meest waardevolle lessen die hij van haar leerde, is dat de impact van een begeleider doorleeft in zijn of haar studenten. ‘Maria begeleidde en inspireerde in de achttien jaar dat zij verbonden was aan de UT vele studenten en promovendi. Zij bracht hen iets bij, en dat is haar ware nalatenschap. Ik voel dat nu sterker dan ooit. En alles wat zij ons bijbracht, geven wij weer door aan de volgende generatie. Dat besef vind ik hoopgevend; een goede mentor sterft nooit helemaal. Een stukje van haar blijft altijd voortbestaan.’
Hoogte- en dieptepunten
Ruim een jaar is hij nu gepromoveerd. Zijn promotietraject kende hoogte- en dieptepunten. De ‘erfenis’ die zijn begeleiders achterlieten, ziet hij als een kostbaar goed. ‘De band tussen promovendus en zijn promotoren is voor buitenstaanders misschien moeilijk te doorgronden, maar voor mij was die van onschatbare waarde. Paul en Maria hebben mij niet alleen opgeleid tot wetenschapper, maar ook tot mens. Hun lessen over veerkracht, menselijkheid, ambitie en toewijding zal ik waar mogelijk doorgeven. Uiteindelijk zijn het de menselijke connecties en gedeelde lessen die van een promotie een levenservaring maken, met een impact die veel verder reikt dan die ene buluitreiking.’