Die inventarisatie maakte het zogeheten building block-cluster ‘Futureproof education’. Aanleiding is om het UT-onderwijs kostenefficiënter te maken vanwege de bezuinigingen. Onderdeel daarvan is een begrotingsopdracht per opleiding. Daar wordt nu aan gewerkt, vertelt clusterleider Felix van Urk (Strategie & Beleid). ‘Bijna alle opleidingsdirecteuren maakten de rekensom voor hun opleiding. Dit gaan we de komende tijd met hun, de portefeuillehouders onderwijs en de dienst Finance finetunen. We willen zo goed mogelijk specificeren wat een opleiding kost, maar dat ligt uiteraard genuanceerd. Uiteindelijk is het de bedoeling dat die verplichte begroting richting geeft per opleiding.’
‘Niet TOM 2.0, wel veelheid vakken’
Van Urk kan enkele bevindingen delen na een eerste analyse. ‘Wat we zien is dat er geen financiële aanleiding is om te concluderen dat het Twents Onderwijsmodel 2.0 inefficiënt is. Bovendien vonden we ook geen extreem inefficiënte onderwijspraktijken. Je zou misschien op plekken een buitenproportionele toets- en tentamendruk veronderstellen, maar dat bleek niet het geval.’
Wat wel naar voren kwam was de hoeveelheid vakken, aldus Van Urk. ‘Wat we zien is dat we heel veel vakken aanbieden, waarbij lang niet alle vakken kostendekkend zijn. Laat ik het wat scherper formuleren: een aanzienlijk deel van de vakken binnen ons onderwijs is niet kostendekkend.’
Taak voor faculteit en opleiding
Volgens Van Urk, hoofd van het onderwijscluster, moeten daar echter geen voorbarige conclusies aan gehangen worden. ‘Het wil niet zeggen dat vakken die niet financieel rendabel zijn niet de moeite waard zijn om aan te bieden. Dat is in de eerste plaats een inhoudelijke afweging. Maar het is wel iets dat ter overweging meegenomen kan worden door een opleiding.’
In principe is het namelijk aan de opleiding en faculteit om te bepalen hoe het onderwijs wordt aangeboden, zegt Van Urk. ‘Het kan zijn dat een vak niet hoeft te veranderen. In andere gevallen zou het kunnen zijn dat vakken samengaan, of voor meerdere opleidingen gelden. Het is aan de opleiding en faculteit om zulke afwegingen te maken. Daar moet je niet op centraal UT-niveau op willen sturen.’
Nadenken over bekostiging
Waar Van Urk de tijd rijp voor acht, is om dit najaar de discussie te voeren over de bekostiging van UT-opleidingen in de volle breedte. ‘Een relevante vraag om over na te denken is of we de bekostiging van opleidingen willen blijven beschouwen per faculteit of als iets van de UT als geheel.’
‘Met een beetje geluk’ hoopt Van Urk dat er aan het eind van dit kalenderjaar scherp te hebben hoe de UT-opleidingen hun kostenplaatjes het best kunnen berekenen. Daarnaast hoopt hij tegen die tijd ook andere plannen en adviezen om het onderwijs efficiënter te maken te presenteren.
