Topinkomens bestuurders naar 179.000 euro

Bestuurders van grote complexe onderwijsinstellingen mogen in 2016 hooguit 179 duizend euro verdienen. Collega’s van kleinere instellingen moeten het met minder doen.

Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken laat de Tweede Kamer weten dat de zogeheten WNT-norm vanaf 2016 ook voor het wetenschappelijk onderwijs geldt. Hij hoopt dan bovendien een regeling voor salarisklassen te kunnen invoeren die hij na overleg met de hogescholen en universiteiten heeft opgesteld.

Complexiteitspunten

Bij instellingen met een groot budget, veel studenten en allerlei soorten opleidingen scoren bestuurders meer ‘complexiteitspunten’ dan collega’s van kleine en relatief simpele instellingen. Ze mogen dan een hoger salaris krijgen, maar nooit meer dan 179 duizend euro.

Dat geldt ook voor het college van bestuur van de UT. Hoeveel de collegeleden mogen verdienen wordt door de WNT-norm bepaald. Dat betekent een verlaging van zo’n 230 duizend (de huidige norm) tot 179 duizend euro op jaarbasis, licht UT-woordvoerder Bertyl Lankhaar toe.

Overgangsregeling

Er kleeft echter nog wel een overgangsregeling aan de WNT-norm. Dit houdt in dat tot 1 januari 2020 het huidige salaris bij doorlopende benoemingen in stand blijft. Daarna wordt het in drie jaar afgebouwd tot de norm die vanaf 1 januari 2016 geldt. Dit geldt overigens niet voor herbenoemingen. Dan gaat direct de lagere maximumnorm in.

Plasterk heeft ook nieuwe regels bedacht voor het inhuren van interimbestuurders. Vanaf 2016 mogen die het eerste half jaar hooguit 24 duizend euro per maand verdienen en het volgende half jaar hooguit achttienduizend euro per maand. Na een jaar vallen ze onder de norm van 179 duizend euro. Hun uurtarief mag bovendien niet uitstijgen boven de 175 euro.

Uitzonderingen

Op deze regels kunnen uitzonderingen worden gemaakt. In zijn brief schrijft Plasterk dat dit gebeurd is met bestuursvoorzitter Schneider van het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Zij mag in 2016 hetzelfde blijven verdienen als in 2015. Het kabinet vindt dit noodzakelijk omdat er ‘op dit moment geen voldoende gekwalificeerde medisch specialist beschikbaar is’ om haar op te volgen. Aan de hoge salarissen van medisch specialisten wordt voorlopig niet getornd.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.