Cum laude afschaffen: ‘Gooien we het kind niet met het badwater weg?’

| Rense Kuipers

Het besluit van de UT om als eerste universiteit van Nederland cum laude promoveren af te schaffen roept veel emoties op. Bijna alle universitaire en landelijke media bemoeien zich ermee. Hoe reageert de UT-gemeenschap zelf?

Archief U-Today, ter illustratie: bij een proefschriftverdediging

Frank Somhorst, promovendus bij vakgroep Adaptive Quantum Optics, faculteit TNW:

‘Ik trek de problemen met objectiviteit en genderbias zeker niet in twijfel, al krijg ik sterk de indruk dat de UT eigenlijk niet écht moeite wil steken in het oplossen van de onderliggende problematiek. Een logische vervolgstap is om deze problemen specifiek aan te pakken. Anders dan bij een bachelor- of masteropleiding telt een cijfer niet mee voor de beoordeling, dus het oordeel is veel subjectiever. Ik kan mij voorstellen dat het een concreet actiepunt zou zijn om objectieve criteria vast te stellen net zoals dat voor bachelor en masteropleidingen óók gangbaar is. Ook voor de systematische genderbias, die helaas verder reikt dan alleen het wel of niet toekennen van cum laude, zijn oplossingen te bedenken. De nu gekozen oplossing voelt voor mij als een schijnoplossing, die alleen werkt op papier.’

'De impact die je met je onderzoek maakt, dát is de beloning. Niet het predicaat' - hoogleraar Geke Ludden

Geke Ludden, hoogleraar Interaction Design bij faculteit ET:

‘Het viel me op dat de stem van de tegenstanders vrij luid is, maar ik denk er anders over. Veranderingen zijn altijd ingewikkeld, doen vaak een beetje pijn, maar zeggen dat iets niet mag veranderen ‘omdat we het altijd zo deden’ is een drogreden. Er zijn genoeg redenen om dit een goede maatregel te vinden. Voor vrouwen is het twee keer zo moeilijk om cum laude te promoveren, bleek uit onderzoek. De verschillen in benadering en beoordeling tussen mannen en vrouwen binnen de academische wereld zijn het resultaat van een hardnekkig systeemprobleem. De effecten daarvan corrigeren hebben we niet zomaar voor elkaar. Zeker niet de komende tien jaar. Als je het zelf nooit ervaren hebt, is het moeilijk voor te stellen. Dat alleen al is een goede reden.

Ik vind bovendien dat deze maatregel goed past bij de erkennen en waarderen-beweging. We zien dat NWO en andere onderzoeksfinanciers tegenwoordig anders omgaan met cv’s en het narratief belangrijker is geworden; zodat de kwaliteit en impact van je onderzoek voor zichzelf spreekt en niet de labels die er opgeplakt zijn. Ik neem aan dat elke promovendus hiernaartoe komt om interessant onderzoek te doen – en daarin zo ver mogelijk probeert te gaan. De impact die je met je onderzoek maakt, dát is de beloning. Niet het predicaat.’

Bestuur PE-NUT, het promovendi- en EngD-netwerk van de UT:

‘We begrijpen de redenering van het College van Promoties, maar maken ons zorgen over het feit dat deze besluiten genomen zijn zonder overleg. Hoewel PE-NUT is gevraagd om haar visie te geven op de nieuwe beoogde leeruitkomsten en het promotierecht, gold dat niet voor dit besluit. Het besluitvormingsproces was bovendien behoorlijk ondoorzichtig, wat oneerlijk is tegenover de promovendigemeenschap. We hebben dit vorige maand in een brief aan het College van Promoties kenbaar gemaakt, medeondertekend door de Young Academy Twente en het Postdoc Network.

Dit onderwerp is momenteel hét gesprek van de dag bij elke koffieautomaat. Velen zijn het erover eens dat cum laude niet op een objectieve manier wordt toegekend. We kennen allemaal de onderzoeken hierover. Maar er wordt ook veel gespeculeerd over de mogelijkheid om een objectieve beoordelingsmatrix te ontwikkelen om de top-vijf-procent te bepalen. Aan de andere kant vinden veel promovendi dat promoveren op zich al een enorme prestatie is, en een gezamenlijke inspanning. Er bestaan geen middelmatige PhD’s, en goed werk wordt op andere, tastbare manieren beloond. Zoals via beurzen en citaties.’

Ellen Giebels, hoogleraar Psychologie van Conflict en Veiligheid, faculteit BMS:

‘Ik zie en (h)erken het probleem en ik denk ook dat je er met het formuleren van ‘duidelijke criteria’ – zoals sommigen zeggen – er echt niet bent. Maar ik vraag me wel af of dit de oplossing is en of je zo niet het kind met het badwater weggooit. We hebben bij de UT bijvoorbeeld al de verplichting tot gender-gebalanceerde promotiecommissies en verruiming van het promotierecht. Wat ik vooral mis is het verhaal bij deze maatregel: met een heldere visie en misschien zelfs wel een missie. Anders is het toch vooral een lokale maatregel van een kleine universiteit die kan leiden tot negatieve beeldvorming – wij doen immers niet meer aan excellentie – en mogelijk negatieve effecten op de carrières van onze promovendi. Want bij grote financiers zoals NWO is het nog steeds een selectiecriterium.’

'Wie met een 9 afstudeert, heeft meer laten zien dan een student met een 6' - UHD Mark Oude Alink

Mark Oude Alink, universitair hoofddocent bij EEMCS-vakgroep Integrated Circuit Design:

‘Ik ben fel tegenstander. Het predicaat laat excellentie zien, zowel bij promoties als bij afstuderen. Wie met een 9 afstudeert, heeft meer laten zien dan een student met een 6. Ik kan me voorstellen dat er een bias in het nadeel van vrouwelijke promovendi is, dat is dan zeker een probleem dat we moeten aanpakken. Maar dat probleem ga je niet oplossen door het gehele predicaat af te schaffen. Dat is, zoals Stefano Stramigioli in zijn ingezonden brief goed verwoordde, de treinen stilleggen omdat enkele mensen zwartrijden.

Ik snap dat het lastig is om een UT-breed objectief reglement te formuleren. Totale objectiviteit is natuurlijk een utopie. Maar een zeker onderscheid is niet verkeerd om te hebben. Op een vacature bij onze groep krijgen we tweehonderd sollicitanten, waarvan we er hooguit tien uitnodigen. Er zijn mensen die met de hakken over de sloot afstuderen of hun PhD behalen, anderen excelleren. Hoe je het wendt of keert, die laatste hebben dan wel een streepje voor.’

Talal Ashraf, promoveerde in maart bij de vakgroep Photocatalytic Synthesis, faculteit TNW:

‘De titel ‘doctor’ is al prestigieus; daar is geen extra voor- of achtervoegsel voor nodig om de waarde ervan te vergroten. Elke promovendus die de verdediging bereikte, gaf al blijk van uitzonderlijke toewijding en wetenschappelijke capaciteiten. Bovendien: de uitkomst van een promotie wordt niet alleen bepaald door iemands talent of inzet, maar ook door tal van externe factoren, zoals de kwaliteit van de begeleiding, toegang tot onderzoeksfaciliteiten en institutionele ondersteuning.

Sommige promovendi werken aan projecten die van nature meer ruimte bieden voor innovatie, terwijl anderen instromen in projecten met een vooraf bepaalde richting. In die lijn geldt ook dat sommigen voor hun promotie al sterke vaardigheden ontwikkelden, terwijl anderen die vaardigheden vanaf nul moeten opbouwen. Omdat deze omstandigheden niet voor iedereen gelijk zijn, kunnen onderscheidingen zoals cum laude onbedoeld sommigen bevoordelen.’

'Het is goed dat Twente hierin pioniert, laten we hopen dat andere universiteiten dit voorbeeld volgen' - PNN-voorzitter Martijn van der Meer

Martijn van der Meer, voorzitter Promovendi Netwerk Nederland:

‘Ik ben eerlijk gezegd verbaasd over de emoties en de media-aandacht. We kunnen ons vanuit het PNN prima vinden in het besluit. Het is goed dat de UT nadenkt over de inhoud en beoordeling van promoties. We zien ook dat er verschillen zijn. Nog los van de genderbias: sommige promovendi hebben meer onderwijstaken, andere hebben niet eens een arbeidscontract. De een krijgt meer faciliteiten dan de ander, zulke verschillen worden uitvergroot door een onderscheid in beoordeling.

We vinden het wél belangrijk dat de promovendi in Twente meegenomen worden in deze besluitvorming. Dat er van die betrokkenheid niet of nauwelijks sprake was, dat is een gemiste kans. Uiteindelijk hopen we dat dit besluit van de UT een bredere discussie op gang brengt. Het is goed dat Twente hierin pioniert, laten we hopen dat andere universiteiten dit voorbeeld volgen.’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.