‘AI is geen tijdelijke trend, maar een fundamentele technologie die blijvend invloed zal hebben op onze universiteit, onderwijs en onderzoek’, zo begint het statement van het college van bestuur. De UT wil het gebruik van AI dan ook niet zozeer verbieden, maar ook niet rücksichtslos aanmoedigen, zoveel wordt duidelijk uit de boodschap van het college van bestuur. Het draait om ‘verantwoord inzetten’.
‘Bewustzijn uitstralen’
Zoals in het statement staat: ‘We doen een beroep op professioneel en academisch gezond verstand. Wij omarmen de mogelijkheden die AI biedt, maar blijven ons bewust van de complexiteit en de risico’s. AI is geen doel op zich, maar een krachtig middel dat alleen effectief en legitiem is wanneer het op een ethisch, juridisch en maatschappelijk verantwoorde manier wordt ingezet.’
Volgens Maarten van Steen, wetenschappelijk directeur van het Digital Society Institute en een van de auteurs van het document, is het statement een startpunt. ‘Je wilt als universiteit vooral bewustzijn uitstralen. De ontwikkelingen rondom AI gaan dusdanig snel, dat het schier onmogelijk is om beleid op te maken. Dit statement moet een eerste aanzet zijn om proactief en robuust beleid te kunnen maken. We moeten proberen in de pas te gaan lopen met de ontwikkelingen.’
AI-geletterdheid
Concrete gevolgen gaan UT-studenten en -medewerkers echter niet direct merken. De UT wil ‘blijven investeren in richtlijnen, training en bewustwording’, onder andere via het versterken van basiskennis over AI onder de gemeenschap – de zogeheten AI-geletterdheid. Dat gebeurt op het gebied van ondewijs al via de ‘AI in Education-hub’ van CELT. Een ander plan is om een ‘AI compliance framework’ te maken. Dat richt zich op relevante wet- en regelgeving – zoals de Europese AI Act – in verhouding tot onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering op de universiteit.
Het statement benoemt ook dat de UT nog geen centrale licensie heeft voor commerciële generatieve AI-aanbieders zoals ChatGPT, Gemini of Claude vanwege juridische en privacygerelateerde haken en ogen. In het kader van (privacy)veiligheid werkt de UT momenteel aan een eigen AI-model. Daarnaast neemt de universiteit deel aan nationale en Europese samenwerkingen, ‘voor veilige en betrouwbare alternatieven’ en om minder afhankelijk te zijn van commerciële AI-aanbieders.
Eigen ‘AI Office’
De inzet van kunstmatige intelligentie binnen onderwijsinstellingen is niet zonder kritiek of zorgen. Zo verscheen afgelopen zomer een open brief van meer dan duizend academici tegen het ‘onkritisch invoeren van AI-technologieën in het hoger onderwijs’. En met name voor examencommissies blijkt generatieve kunstmatige intelligentie een gordiaanse knoop, omdat meldingen van fraude nauwelijks gecontroleerd kunnen worden. Aan de andere kant zijn er ook voorstanders, die letterlijk zeggen: ‘Je bent haast dom als je geen ChatGPT gebruikt’.
Volgens Van Steen is het niet zozeer een kwestie van goed of slecht. ‘Of voor- of nadelen, want daar zijn we inmiddels redelijk bekend mee. Net als dat het alom regelmatig wordt gebruikt. Het fenomeen AI is er, daar moeten we ons toe zien te verhouden. Dat geldt bijvoorbeeld ook als we het hebben over de moeilijke casussen voor examencommissies: het is belangrijk dat we duidelijke randvoorwaarden scheppen.’
Mede daarom startte de UT pasgeleden een ‘AI Office’, met daarin mensen van het Digital Society Institute, de dienst LISA, maar ook juristen. ‘Dat AI Office is het eerste aanspreekpunt bij vragen of zorgen over het onderwerp. Vandaaruit moeten we proberen beleid te zien destilleren’, aldus Van Steen, die wijst op de complexiteit. ‘De ontwikkelingen rondom AI gaan zo snel en de toepassingen op de langere termijn zijn onvoorspelbaar. We moeten daarom als een soort lean start-up te werk gaan en niet achter de feiten aanlopen.’