Bitterzoete herinneringen aan een zwarte dag

| Maaike Platvoet

Els Rommes promoveerde aan de Universiteit Twente ten tijde van de vuurwerkramp. Haar flat raakte zwaar beschadigd, ze kreeg te maken met concentratiestoornissen en haar promotie liep vertraging op. Wat rest zijn ‘bitterzoete herinneringen’. ‘Enschede heeft een bijzonder plekje in mijn hart.’

25 jaar na de vuurwerkramp

Welke impact had de vuurwerkramp – vandaag exact 25 jaar geleden – op de Universiteit Twente? U-Today kijkt met drie verhalen terug naar 13 mei 2000, toen een vuurwerkfabriek in de Enschedese wijk Roombeek ontplofte. Dit is het verhaal van Els Rommes, een promovenda aan de UT wier flat zwaar beschadigd raakte. 

Twee keer eerder deed Rommes, die zowel studeerde als promoveerde aan de UT, haar verhaal aan de universitaire pers. Vlak na de ramp keerde ze met een verslaggever van UT-Nieuws terug naar haar zwaar getroffen flat in het rampgebied. Tien jaar later, ze was net bevallen van haar dochter, sprak ze in haar dijkhuisje in Ooij over de impact van de ramp op haar leven. En ook nu is ze bereid om te vertellen welke rol de vuurwerkramp de afgelopen 25 jaar in haar leven speelde. Tegenwoordig is Rommes universitair hoofddocent Gender & Diversity aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.

'Ik ben nog altijd een fervent tegenstander van vuurwerk'

‘Eigenlijk is het altijd rond Oud en Nieuw dat ik er sowieso aan herinnerd wordt’, vertelt Rommes (55). ‘Ik ben nog altijd een fervent tegenstander van vuurwerk.’ En dan zijn er soms kleine aanleidingen, waardoor het weer even langs komt. Niet dat ze er last van heeft, die tijd is gelukkig voorbij. Wel voelt het voor haar als ‘de tijd ervoor en de tijd erna’. ‘Andere mensen hebben dat misschien met corona. Ik heb dat met deze ramp.’

Concentratieproblemen

Rommes was de bewuste dag aan het werk in een andere Twentse plaats. Een vriendin belde, vertelde over de ontploffingen en al snel bleek dat haar flat in het rampgebied stond. Rommes kon niet naar binnen, dagenlang zwierf ze langs de hekken en probeerde ze bij haar cavia’s te komen. Die werden uiteindelijk gered. De UT regelde voor haar een tijdelijke woning, maar de promovenda liep vast door concentratieproblemen en zocht hulp bij een praatgroep en de studentenpsycholoog. Drie maanden na de ramp kon ze eindelijk terug naar haar flat. Twee jaar later – Rommes had net haar promotie afgerond - ging haar UT-werkkamer in vlammen op door de brand in het TW/RC-gebouw, de huidige Cubicus.

Over de vraag wat haar het meest is bijgebleven uit die periode, denkt Rommes lang na. ‘Ik denk dat bitterzoet het qua gevoel het beste omschrijft. Melancholisch ook wel. Het is een herinnering geworden, met een soort van emotionele laag. Maar het voelt ook alsof ik er veel van leerde. Ik was in 2000 op een bepaalde manier stilgevallen – had veel te veel baantjes - en kwam niet verder in mijn leven. De ramp werd een soort van keerpunt. Ik moest herbezinnen en opnieuw beginnen. Het lukte mij daarna vrij vlot om mijn promotie af te ronden, omdat ik beter besefte wat echt belangrijk was en keuzes durfde te maken.’ 

Gedeeldheid

Rommes zegt dat ze naar heel veel zaken uit die periode met een glimlach terug kan kijken. Er werden veel grapjes gemaakt, weet ze nog. ‘Weet jij wat het hoogste punt is van Enschede? De stoep, zeiden ze toen. Maar ik weet ook dat ik eens heel boos werd toen ik in de trein anti-Twente supporters hoorde sarren over het opblazen van Enschede. Ze herinnert zich ook een gevoel van ‘gedeeldheid’. ‘Ik liep vlak na de ramp in een supermarkt en zag dat andere mensen natte wangen hadden van de tranen hadden. Net zoals ikzelf. Je weet van elkaar waarom en dan kom je zomaar met elkaar in gesprek. Dat was een bijzonder gevoel van gedeeldheid.’

'De eerste tien jaar dat ik vertelde over die ramp hingen de studenten aan mijn lippen en was het muisstil in de collegezaal'

Jarenlang haalde ze tijdens haar colleges aan de Radboud Universiteit de vuurwerkramp aan als casus. Rommes vertelde dan de studenten over copingmechanismes en hoe zij zelf altijd gewend was om dingen met haar hoofd op te lossen. ‘Maar als je je huis niet meer in kunt door een vuurwerkramp, los je dat niet op die manier op. Dan heb je meer aan andere copingmethodes, zoals je emoties de ruimte geven of jezelf afleiden. De eerste tien jaar dat ik vertelde over die ramp hingen de studenten aan mijn lippen en was het muisstil in de collegezaal. De huidige generatie was nog niet eens geboren, dus die ramp zegt ze niets. Ik gebruik dat voorbeeld maar niet meer.’

Roombeek

Het zegt veel over het verstrijken van de tijd en hoe zaken veranderen. Vorig jaar zocht ze met haar echtgenote voor het eerst de wijk Roombeek weer op. ‘Wat is het daar mooi geworden, echt prachtig.’ Veel herkenningspunten had ze niet meer, wel staat haar flat aan de Dokter van Damstraat er nog altijd. ‘Uiteraard flink opgeknapt.’ Die flat van haar stond direct naast de Grolschfabriek, op de grens van de binnenste en buitenste ring van het rampgebied van toen. En de serie De Vuurwerkramp, die gaat ze sowieso kijken. Terwijl ze dat vertelt, merkt ze ook dat het haar emotioneert. ‘Dat heb ik heel lang niet gehad… Ik verwacht dat ik veel zal herkennen van de wijk en de stad waar ik zo lang woonde en studeerde. Enschede zal altijd een bijzonder plekje in mijn hart houden.’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.