Convenant
Een jaar geleden werd in een convenant tussen minister Ritzen en de VSNU vastgelegd dat alleen Nijmegen, Leiden, Groningen, Utrecht en Amsterdam (UvA en VU) nog hun lerarenopleidingen mochten houden. Na een effectieve lobby werd Eindhoven op het laatste moment aan de lijst toegevoegd, speciaal voor de bèta-vakken. Wat de resterende ulo's in Tilburg, Rotterdam, Delft, Twente en Wageningen betreft: in een convenant werd geregeld dat zij een opleiding in stand konden houden in samenwerking met een van de `grote' universiteiten.
Volgens de accreditatiecommissie zijn de meeste opleidingen er niet in geslaagd de samenwerking van de grond te krijgen. Nijmegen heeft nog altijd geen regeling getroffen met Tilburg, Leiden niet met Delft en Rotterdam, en Groningen niet met Twente. Ook de voorgeschreven samenwerking met hogescholen komt niet erg op gang. Minister Ritzen wil in de toekomst alle lerarenopleidingen clusteren in een beprekt aantal regionale centra. Dat zou de uitwisseling van kennis ten goede komen.
Eindhoven
De Technische Universiteit Eindhoven (TUE) krijgt er extra van langs. Niet alleen is de universiteit in gebreke gebleven als het gaat om samenwerking met het hbo, ook aan de andere voorwaarden uit het convenant is niet voldaan. Zo heeft de universiteit nog steeds geen apart centrum voor de opleiding met een daaraan verbonden vakgroep onderwijskunde en vakdidactiek. Ook doet de TUE onvoldoende zijn best om het aantal eerstejaars te verhogen, één van de belangrijkste redenen om de, vaak zeer kleine, ulo's te reorganiseren.
De lerarenopleidingen moeten uiteindelijk plaats bieden aan achthonderd studenten. Die zullen de diverse vwo-vakken kunnen volgen in een alfa-, bèta- of gammacluster. De jaarlijkse instroom is bepaald op minimaal twintig studenten per cluster. De universiteiten krijgen jaarlijks maximaal 6,4 miljoen gulden voor hun lerarenopleidingen.