Zelfs voor de studentenbonden LSVb en ISO is het nog een complete verrassing. Het nieuwste gemenigheidje in het wetsvoorstel voor de prestatiebeurs: wie aan een studie begint moet zes jaar later ook echt klaar zijn. Tijdrekken door tussentijdse uitschrijving is er niet meer bij. Een bestuursfunctie, ziekte of extra stage gaat veel geld kosten.
Twee weken geleden stuurde minister Ritzen zijn definitieve plannen voor de prestatiebeurs naar de Tweede kamer. Volgens het voorstel moeten studenten vanaf het studiejaar '95-'96 in het eerste jaar de helft van hun studiepunten halen, willen ze in aanmerking komen voor een beurs. In '97-'98 wordt de norm in het eerste jaar zelfs opgeschroefd naar 70 procent.
Om voor de resterende drie cursusjaren een beurs te krijgen dienen studenten hun volledige studie binnen zes jaar af te ronden. Halen zij dat niet dan moeten zij hun voorwaardelijk uitbetaalde beurs voor die drie jaren terugbetalen als rentedragende lening.
Slechts weinigen hebben er echter bij stilgestaan dat de klok na aanvang van de studie niet meer stil te zetten is. Een student die in 1995 begint moet in 2001 klaar zijn, ook al schrijft hij zich tussentijds voor één of twee jaar uit. Bestuurswerkzaamheden, ziekte of een extra stage in het buitenland gelden niet als excuus. Alleen gehandicapten kunnen extra studietijd krijgen. Voor de rest blijven uitsluitend de auditorenfondsen van de universiteiten en hogescholen over. Het is echter zeer de vraag of die bereid en in staat zullen zijn om voor studenten drie jaar beurs terug te betalen.
De studentenbonden LSVb en ISO dreigen opvallende slachtoffers te worden van de maatregel. Door het ministerie wordt nu min of meer erkend dat de bestuurders van beide organisaties al hun tijd nodig hebben voor besturen. Zij mogen op kosten van het ministerie een jaar stoppen met hun studie. Voor de prestatiebeurs wil Ritzen echter geen uitzondering maken. De groep is te klein om het wetsvoorstel aan te passen, aldus een woordvoerder. De bonden zijn geschrokken van het nieuws. Zij willen er op korte termijn met minister Ritzen over praten. Ook andere groepen zullen de dupe worden. Vorige week luidden de studentengezelligheids-, sport- en cultuurverenigingen nog de noodklok met een handtekeningenactie. Zij vrezen het einde van hun verenigingen doordat studenten steeds minder tijd overhouden voor activiteiten naast hun studie. Veel studenten schrijven zich bovendien nu nog tijdelijk uit om een bestuursfunctie te vervullen. Dat heeft vanaf volgend jaar dus weinig zin meer.
Studenten die er in de propedeuse achter komen dat ze voor de verkeerde studie hebben gekozen vormen weer een categorie apart. Net als nu kunnen zij een schuld ontlopen door voor 1 februari te stoppen met hun studie. Ze hoeven dan niet te voldoen aan de norm voor het eerste jaar. Als ze vervolgens in september met een andere studie beginnen, zijn ze echter wel een heel jaar studietijd kwijt. Ze moeten binnen vijf jaar afstuderen om drie jaar beurs terug te krijgen. De klok was immers al begonnen met tikken.