Het onderwijs aan de UT heeft baat bij de invoering van de voortgangstoets. De aan de Limburgse universiteit ontwikkelde tentamenmethode zou een belangrijke aanvulling kunnen zijn op het projectonderwijs, waar de werkgroep TUTOR (Toekomst UT Onderwijs) zich sterk voor maakt. Dat vindt dr. H. Roossink, tentamenspecialist van het Onderwijskundig Centrum (OC).
In Maastricht wordt al langer gewerkt met de moderne toetsmethode. Studenten krijgen er, ongeacht hun studiejaar, dezelfde test voorgelegd, met vragen over alle aspecten van hun opleiding. Naarmate de student verder komt in de opleiding moet een hoger percentage van de vragen goed worden beantwoord.
'Die methode zou heel nuttig zijn voor de UT', zegt Roossink. 'TUTOR richt zich sterk op Denemarken, waar de technische opleidingen al met projectonderwijs werken. Maar aan toetsing wordt daar nauwelijks aandacht besteed. Aan projectonderwijs heb je pas iets aan als je kunt meten welke leerresultaten er mee geboekt worden. Het Maastrichtse model zou daarvoor een goed middel zijn.'
