'Misverstanden worden als misdaad beschouwd', klinkt het bars in hal 2 van het Sportcentrum. De rijen studenten kunnen er nog om lachen en halen alles behalve hun pen van tafel. Vanaf de tribune wordt de andere helft van de zaal toegesproken. De tentamens worden rondgedeeld. Papier ritselt, langzaam verstomt het geroezemoes en krommen zich steeds meer ruggen.
Veertig multiple choice vragen moeten uitwijzen of de P-studenten van Technische Bedrijfskunde en BedrijfsInformatie Technologie het vak 'Inleiding Organisatiekunde' beheersen.
Om kwart voor drie staat de entreehal alweer vol en loopt de sporthal gestaag leeg. 'Ik had het beter uit mijn hoofd moeten kennen', zegt Marije. 'Het is geen moeilijk vak, maar je moet het wel even weten. 'Goed', antwoordt Herman, 'ik heb het wel gehaald.' Hard geleerd? Niet zo. Meerkeuze hè, dat scheelt. Maurits heeft behoorlijk zitten gokken. Nogal wat vragen kon je op twee manieren opvatten, vond hij.
Voor Sandra had het beter gekund. 'Ik was teveel aan het twijfelen, had het te goed geleerd. Dan ga ik ga er van alles achter zoeken.' Dat heeft ze nou met vrijwel elk tentamen. Haar eigen diagnose: te prestatiegericht en onzeker.
Margriet spreekt zelfs van een kuttentamen. De tentamens die ze heeft geoefend waren veel gemakkelijker. 'Tussendoor moet ik meer doen', geeft ze toe. Maar tentamenstress? Nou nee. In vergelijking met het VWO gaat alles veel relaxter. 'Je hoeft niks, je mag alles en eigenlijk is dat best slecht.' Een stok achter de deur is soms wel handig.
