Het bedrijfsleven heeft mede schuld aan de verwarring. Lange tijd werd studenten geadviseerd om zich breed te scholen. Studenten interpreteerden dat als een aanwijzing om `van alles wat' in hun programma op te nemen. Vooral communicatieve vakken werden populair. Of zelfs complete studies als bestuurskunde. Fout, fout, fout. Met al die modieuze, trendy vakken schiet een academicus volgens Scheurer niets op en concurreert alleen maar met hbo-ers. Hbo-ers, aldus Scheurer, worden door een bedrijf aangenomen om 'snel winst te maken'. Geef ze een aantal gegevens en ze passen ze onmiddellijk toe.
Ook het bedrijfsleven overleeft echter niet bij de waan van de dag. Om zijn internationale positie te handhaven is steeds meer creativiteit nodig. Dat vraagt om mensen met een visie op lange termijn. En dat, aldus Scheurer, zijn academici. Maar dan wel de echte, de academisch gevormde. Zij voegen aan de kwaliteiten van de hbo-er 'hoogwaardige conceptuele vaardigheden' toe. Academici verzamelen niet alleen gegevens, ze toetsen ze ook. Twijfelen en veronderstellen. Analyseren ze vervolgens, concipiëren en innoveren. 'Die handelingen zijn uitermate essentieel', aldus Scheurer. 'Als een academicus dat niet kan, neem ik liever een heel goede hbo-er.'
Een academicus doet er daarom goed aan alle modieuze ballast direct overboord te gooien. Weg met het 'intellectueel toerisme' dat tot onbruikbare oppervlakkigheid leidt. Een degelijk, traditioneel programma biedt de beste garantie om werkelijk academisch te worden gevormd. 'Daarmee bedoel ik niet dat je je op een heel smal gebiedje specialiseert. Maar je programma moet samenhang vertonen binnen een vakgebied. En in zo'n programma kun je dan weer wel de diepte ingaan. Zo'n diepgang leidt tot brede inzetbaarheid.'
Of dat in drie jaar kan, zoals de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid meent, liet Scheurer in het midden. Wel waarschuwde hij dat wie niet snel voor een samenhangend pakket kiest tijd tekort komt om zich 'het academisch denkpatroon' eigen te maken.