Tweede TUTOR-rapport kiest voor kwaliteit

| Redactie

Binnen de Universiteit Twente wordt op dit moment hard gewerkt aan het verbeteren van het onderwijs. Dat is de conclusie van de commissie TUTOR (Toekomst UT-OndeRwijs) in het tweede rapport. In 'TUTOR II: Kiezen voor kwaliteit' werkt de commissie de reacties op het eerste rapport uit. Uit gesprekken met verschillende faculteiten blijken die op dit moment veel activiteiten te ontplooien om de stude

Binnen de Universiteit Twente wordt op dit moment hard gewerkt aan het verbeteren van het onderwijs. Dat is de conclusie van de commissie TUTOR (Toekomst UT-OndeRwijs) in het tweede rapport. In 'TUTOR II: Kiezen voor kwaliteit' werkt de commissie de reacties op het eerste rapport uit. Uit gesprekken met verschillende faculteiten blijken die op dit moment veel activiteiten te ontplooien om de studeerbaarheid te vergroten en vast te houden aan kwaliteit.

Aan de hand van die gesprekken doet TUTOR - een commissie van vijf hoogleraren, een student en enkele begeleiders - in het tweede rapport een groot aantal aanbevelingen.

Bij de technische faculteiten wordt hard gewerkt aan curriculumherzieningen en nieuwe vormen van onderwijs. Het extra, vijfde, jaar geeft ruimte voor 'lucht', projecten en verbreding. Bij Technische Bedrijfskunde staan, door tegenvallende rendementen, eveneens wijzigingen op stapel. Bij Bedrijfsinformatietechnologie wordt met projecten, cases en opdrachten gewerkt. Ondanks het feit dat die twee studies geen extra jaar krijgen kiezen ze voor nieuwe vormen van onderwijs. Bij TBK in de propaedeuse met verblokking en projectonderwijs. Bij BIT is gekozen voor een combinatie van werkvormen.

TUTOR is blij met de initiatieven, hoewel de commissie benadrukt dat niet alleen studeerbaarheid van belang is. Ook de kwaliteit dient op peil te blijven, zo stelt TUTOR in het rapport. 'Verhoging van de studeerbaarheid is er op gericht te garanderen dat het eindniveau van iedere geslaagde aan bepaalde normen voldoet en niet om iedere binnenkomende student naar de eindstreep te slepen', aldus het rapport.

De commissie pleit daarom voor een bindend studie-advies in het eerste jaar. TUTOR gaat er van uit dat daarop tachtig procent van de studenten, die het propaedeuse halen, ook daadwerkelijk dient af te studeren. Daarvoor moeten studenten gemiddeld veertig uur per week studeren, waarbij de studie afwisselend, samenhangend, uitdagend en van goede kwaliteit moet zijn.

Op dit moment besteden studenten in eerste instantie onvoldoende tijd aan een vak om in één keer te slagen. Gemiddeld doen studenten de helft van de tentamens uit het verplichte programma een keer over. Niet produktief voor de student en ook niet voor de opleiding, concludeert de commissie. TUTOR vindt dat per vak hooguit één op de vijf tentamens een keer mag worden overgedaan. 'Het is zaak om uit te gaan van een realistische studielast per vak, week en jaar. Alleen dan kan het zakken en overdoen worden beperkt tot de uitzonderlijke gevallen'.

Ook in het tweede rapport pleit de commissie voor een verlenging van de jaarcirkel met drie weken. Volgens TUTOR wordt op dit moment feitelijk ook al een dergelijke jaarcirkel gehanteerd door de ingebouwde herkansingsronden. Het beperken van de herkansingen garandeert de student tien weken vakantie per jaar, concludeert de commissie.

Leren ontwerpen, project- en blokonderwijs; deze onderwerpen blijven in de TUTOR-adviezen centraal staan. De commissie wil rond het tweede rapport een symposium organiseren waar de ontwerpersopleidingen en de ervaringen daarmee centraal zullen staan. Eind maart houdt de commissie een eerste discussiemiddag over het tweede rapport. Bovendien overweegt TUTOR om de ideeën over de toekomst van het UT-onderwijs voor te leggen aan een forum van afgestudeerden en/of 'afnemers'. 'We denken dat we alleen echte terugkoppeling kunnen krijgen al we er personen bij betrekken die van binnenuit hebben ervaren hoe de opleiding in elkaar steekt', aldus het rapport.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.