Driefasen-onderwijs, meer macht CvB, U-raad afschaffen

| Redactie

Het universitair onderwijs in Nederland moet drie fasen krijgen. Na een algemene, driejarige fase, kan ongeveer de helft van de studenten doorstromen naar een onderzoekschool of een professionele school, waar de student één tot drie jaar doorbrengt. Een klein groepje komt vervolgens in aanmerking voor een promotie, die is ondergebracht in de derde fase. De universiteitsraad dient te verdwijnen en het College van Bestuur zou veel meer macht moeten krijgen.

Dit schrijft de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in zijn rapport Hoger onderwijs in fasen, dat deze week is gepresenteerd. Met het rapport wil de WRR een bijdrage leveren aan de discussie over de hervorming van het hoger onderwijs.

De universiteit anno 1995 probeert iets onmogelijks te realiseren, aldus de WRR. Zij wil tegelijkertijd studenten opleiden die wetenschapper willen worden, als studenten die met een academische opleiding de arbeidsmarkt op willen. Om in te spelen op de vele behoeftes worden tientallen specialisaties aangeboden. Studenten moeten volgens de WRR echter veel breder worden opgeleid. Zij komen zelden terecht in een baan die aansluit op hun gespecialiseerde opleiding. Daarentegen komen zij nogal wat algemene vaardigheden tekort. Bij voorbeeld presentatie, schrijfvaardigheid, maar ook de volledige beheersing van een buitenlandse taal. Ook wisselen academici steeds vaker en sneller van baan. Een meer algemene basisopleiding kan er voor zorgen dat zij mobieler worden. In de driejarige eerste fase kiest een student uit een beperkt aantal brede profielen. In de propedeuse ontdekt hij, onder intensieve begeleiding, waar zijn ambities en mogelijkheden liggen. Na het eerste jaar kiest hij een hoofdvak met een aantal bijvakken. Hoofdvakken zijn bij voorbeeld biologie, letteren, geschiedenis of economie. In de twee jaar erna wordt hij dan opgeleid tot een academicus met 'een solide basis om de hele loopbaan mee vooruit te kunnen.'

Studenten die zich richten op een specifiek beroep, zoals advocaten, mogen door naar de tweede fase, mits hun cijfers en motivatie voldoende zijn. In de professionele school worden zij opgeleid tot beroepen als advocaat, arts of ingenieur. Studenten die onderzoeker willen worden, gaan naar de onderzoekschool. Een deel van hen kan promoveren in de derde fase.

Met het driefasen-model wil de WRR niet alleen tegemoet komen aan de behoefte aan meer individueel onderwijs. Het sluit ook beter aan bij het onderwijs in het buitenland. Zo zouden studenten die de eerste fase afsluiten de titel baccalaureus of bachelor moeten krijgen. Na afloop van de tweede fase worden titels als doctorandus, meester en ingenieur uitgereikt, gelijk te stellen aan de internationale masterstitel.

In het hbo hoeft niet zo veel te worden veranderd, meent de WRR. De opleidingen daar zijn al redelijk goed afgestemd op de behoeften van studenten en werkgevers. Zij blijven vier jaar duren voor wie van de havo komt. Vwo-scholieren slaan de hbo- propedeuse over. Ook hbo-afgestudeerden krijgen de titel bachelor. Studenten die beter passen op een universiteit, moeten al na de propedeuse van een hogeschool kunnen overstappen (of omgekeerd). Anderzijds moet een academicus ook practische bijscholing kunnen krijgen op een hogeschool.

De WRR wijst een fusie van universiteiten en hogescholen af. Het Duitse voorbeeld van de mislukte Gesamthochschule heeft bewezen dat dat niet werkt. Wel kunnen universiteiten en hogescholen samenwerken in de professionele school.

Studiefinanciering blijft in het WRR-model beperkt tot de eerste fase. De WRR stelt voor om het college van bestuur veel meer macht te geven. De universiteitsraad verdwijnt. De vakgroepen krijgen veel minder macht. De samenstelling van studieprogramma's wordt voortaan overgelaten aan een onafhankelijk curriculumbestuur.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.