Negenhonderd studenten kregen in november een uitgebreide vragenlijst toegestuurd. De drie studentenorganisaties hielden de enquête naar aanleiding van de vele discussies, die op dit moment rond het UT-onderwijs gevoerd worden. Zo is de commissie TUTOR (Toekomst UT OndeRwijs) al ruim een jaar actief en zijn er al gesprekken met faculteiten geweest. De studentenorganisaties waren benieuwd naar de mening van de studenten over mogelijke plannen. In totaal 210 studenten reageerden en stuurden de vragenlijst ingevuld retour.
Op de stelling 'Mijn studie is studeerbaar. Ik kan zonder al te veel problemen binnen vier jaar afstuderen' is het antwoord een duidelijk nee. Slechts vijf procent vindt de stelling 'waar'. 44 Procent antwoordt 'onwaar' terwijl ook 28 procent de 'onware' kant van het midden aangekruist heeft. De meeste mensen, die vertraging hebben opgelopen, geven aan dat een gebrek aan inzet of motivatie de oorzaak van de achterstand is. Slechts elf procent antwoordt dat de vertraging te wijten is aan de slechte studeerbaarheid van de opleiding.
Over de huidige kwaliteit van het onderwijs zijn de respondenten niet laaiend enthousiast, maar ook niet negatief. Ruim negentig procent kruist één van de drie middencategorieën bij die vraag aan. Maar één procent van de studenten antwoordt 'onwaar' op de vraag 'Het onderwijs dat ik volg wordt over het algemeen goed gegeven'.
Jaarcirkel
De plannen om de jaarcirkel te verlengen tot 42 weken blijken weinig instemming te krijgen. Ruim de helft van de studenten reageert negatief. 83 Procent vindt het daardoor wegvallen van een hertentamenperiode een slechte zaak. Op de vraag of de universiteit tijdens de propaedeuse een bindend studie-advies mag geven reageren de ondervraagden verdeeld. 37 Procent vindt dat de universiteit iemand ongeschikt voor een opleiding mag verklaren, terwijl 47 procent het oneens is met een dergelijke werkwijze.
Over projectonderwijs zijn de studenten, die gereageerd hebben, vrij positief. Velen vinden het een mogelijkheid om studenten te motiveren. Bovendien is de meerderheid van mening dat projectonderwijs wetenschappelijk genoeg kan zijn. Over blokonderwijs zijn de studenten minder enthousiast. Ruim de helft geeft aan weinig in blokonderwijs te zien.
Tweederde van de reagerende studenten is negatief over landelijke maatregelen. Bezuinigingen, stelselherziening en de nieuwe OV-studentenkaart kunnen op weinig enthousiasme rekenen. Opvallend genoeg kruist ruim tweederde de positieve kant van de kolom aan op de vraag 'Hoe sta je tegenover een tempo- of prestatiebeurs in het algemeen?'
De drie studentenorganisaties, die de enquête hebben georganiseerd gaan de komende weken de cijfers verwerken, interpreteren en zullen proberen er conclusies aan te verbinden. De bedoeling is om eind maart met een rapport te komen.
