(zie ook artikel voorpagina)
Als respectievelijk projectcoördinator en plaatsvervangend projecleider heeft dit tweetal zitting in de nieuw opgerichte projectgroep MFK, die de werkgroep Smartcard vervangt. Hoewel beiden er vanuit gaan dat het proefproject een succes wordt en ook landelijk zijn entree krijgt is het slagen ervan afhankelijk van de vraag of de technologie volgend jaar zo ver is gevorderd dat er een kaart wordt geproduceerd die niet ieder jaar behoeft te worden vervangen, maar gedurende de gehele studie, zeg maar vijf jaar, meekan. 'Als dat niet lukt beschouwt de Informatie Beheer Groep het project als onhaalbaar vanwege de kosten. In dat geval introduceren we op de UT een wat eenvoudiger chipkaart, die qua kostprijs ieder jaar is te vervangen', aldus Fij en Grontman.
Een andere voorwaarde is dat na afloop van de pilot 80 % van de studenten de nieuwe kaart als een vooruitgang ziet. Verder dienen - wat de UT betreft- de exploitatielasten niet hoger te zijn dan bij het gebruik van een 'eigen' smartcard.
Kosten
De kosten die de UT moet maken betreffen met name de investeringen in nieuwe apparatuur om de smartcards te kunnen lezen en verwerken. De kaarten krijgt de UT het komend jaar gratis. 'We pakken de technologie mee, filteren de kinderziektes er het eerste jaar uit en blijven zo in de voorhoede meelopen', aldus het tweetal, dat zegt minstens eens in de twee weken overleg te voeren met de projectpartners in Groningen. 'Het afstemmen met de IB Groep kost een hoop tijd'.
Voor de UT is het belangrijk -zo was het ook bedongen- dat Centrale Studenten Administratie (CSA) in de Vrijhof het beheer gaat voeren over de nieuwe studentenkaart en deze ook daadwerkelijk uitgeeft, voorzien van alle opties zoals 'openbaar vervoer', collegegeld, bibliotheek, mensa, kopiëren, toegang tot campus-en sportfacilteiten en telefoneren vanuit onderwijs- en campusgebouwen (de zogenaamde Scope-faciliteit). Dat laatste aspect verklaart ook de rol van PTT Telecom in het project.
Het postkantoor als uitgever van de OV-kaart is voor de UT niet bespreekbaar, aldus Fij en Grondman. 'De UT is de enige instantie die kan bepalen of een collegekaart kan worden uitgegeven en dat ook doet. Het kan gebeuren dat er een kaart defect is of verkeerde gegevens bevat. Dat soort problemen moeten snel opgelost worden en dat zal via een postkantoor niet lukken'.
Grondman en Fij vertellen dat de mogelijkheden van de chipkaart zich niet beperken tot deze funkties. 'Op termijn, na de proef, kan gedacht worden aan funkties als: toegang tot specifieke ruimten (zoals cleanroom en computerlaboratoria), inschrijven van tentamens, registratie studieresultaten, lenen van cd's in de campusdiscotheek, toegang tot de campus via slagbomen en toegang tot de gebouwen.'
Identificatie
De multifunktionele kaart (MFK) gaat dus per 1 september aanstaande de huidige collegekaart vervangen. De belangrijkste funktionaliteit is identificatie. Tijdens tentamenperiodes worden steeksproefgewijs controles gehouden of de student is ingeschreven en of het jaar van inschrijving en studierichting juist zijn. Plus, of de pasfoto gelijkend is.
Alle studenten krijgen dus een smartcard en dat geldt ook voor alle personeelsleden, 3000 in totaal. Verder komen er zo'n vijfhonderd gastkaarten beschikbaar voor externe wetenschappers die voor langere tijd op de UT verblijven en eveneens vijfhonderd stuks voor de beheerseenheden van de UT, vooral in verband met kopieren en kantine-funktie.
Lager
Fij en Grondman verwachten dat de onderhoudskosten van een smartcardsysteem beduidend lager zullen zijn -wellicht een ton per jaar- dan die van het huidige systeem van magneetstripkaarten. De smartcard is volgens het tweetal niet te kopieren en niet zo onderhoudsgevoelig als de magneetkaart met zijn mechanische componenten.
De bestaande werkgroep Smartcard zal worden opgeheven en vervangen door een UT-werkgroep MFK, bestaande uit vertegenwoordigers van UT-instanties die te maken krijgen met de kaart of een wezenlijke bijdrage aan de daadwerkelijke invoering kunnen leveren. De projectgroep bestaat uit T. Koppen (CIV, projectleider), J. Grondman (CIV, plaatsvervangend projectleider, P. Fij (Bureau Beleidsondersteuning, projectcoördinator), H. Schuppers (RV), C. Liedenbaum (Campus), S. van der Meer (Bibliotheek), S. Ree (FEZ), B. Olde Achterhuis (Facilitair Bedrijf), W. Odding (Centrale Studenten Administratie), M. van Zaalen (VEB) en H. Havinga (met als plaatsvervanger H. Mannesen), Interne Accountantsdienst.