De medewerkers van BSP en P&O voelen zich door het CvB-besluit en de gevolgde procedure gebruskeerd. Het BSP omdat een kandidaat wordt benoemd in wie het BSP eerder expliciet gezegd heeft geen enkel vertrouwen te hebben. De P&O-ers omdat zij nooit over het bestaan van een vacature hoofd P&O op de hoogte zijn gesteld, laat staan over de invulling ervan geconsulteerd. Beide clubs hebben per brief bij het CvB geprotesteerd.
Het BSP schrijft 'diep geschokt' te zijn over het feit dat het CvB bij de nieuwe dienst 'Studentenzaken', waarin BSP, Bureau Studentendecaan en de Centrale Studenten Administratie moeten samenwerken, een interim-hoofd (en niet, zoals eerst de bedoeling was, een projectcordinator) wil benoemen die voor het BSP 'onacceptabel' is. Het bezwaar van het BSP is vooral dat Horsch als voorzitter van de commissie die de nieuwe dienst 'Studentenzaken' voorbereidde, te kennen heeft gegeven dat hij therapeutische (psychologische) hulpverlening géén taak vindt van de UT.
Geen gevolg
Het BSP heeft blijkens zijn brief 'geen enkel vertrouwen' in de door het CvB gewenste kandidaat omdat deze benoeming alleen zou onderstrepen dat het CvB het BSP en de psychologische hulpverlening aan studenten wil 'minimaliseren'. Teleurgesteld constateert het BSP verder dat aan een 'impliciete toezegging' van UT-secretaris Franken om alsnog serieus te zoeken naar een voor het BSP wel acceptabele kandidaat, geen gevolg is gegeven.
Vier stafleden van P&O plaatsen in hun brief aan het CvB met name kanttekeningen bij de gevolgde procedure. Zij ventileren 'verbazing' over het feit dat Franken met de brief waarin ze de benoemingen aankondigt, de afgesproken geheimhouding doorkruist. Deze zou van kracht zijn tot aan het voor deze week geplande overleg met de betrokken medewerkers van BSP, BSD, CSA, CvD en P&O. Verbaasd is men ook omdat tot dat moment nergens was gemeld dat er ook meteen een nieuw hoofd P&O zou worden benoemd.
Verbijstering
Met 'verbijstering' hebben de P&O-ers geconstateerd dat het CvB het niet nodig heeft geacht om het personeel van P&O in te lichten over de ophanden zijnde benoeming van een nieuw diensthoofd. De brief spreekt van een 'bruuske schoffering van de goede omgangsvormen binnen onze universiteit'. Weliswaar kan het CvB in speciale gevallen afwijken van de geijkte UT-wervings- en selectieprocedure, maar zij mag dat alleen doen na zorgvuldig overleg met betrokkenen, aldus de brief. De ondertekenaars willen zo spoedig mogelijk nadere opheldering over de gang van zaken.
Beoogd interim-hoofd 'Studentenzaken' Horsch heeft zich inmiddels via een binnen de UT verspreide e-mail-boodschap gedistantieerd van Frankens brief. Die boodschap noemt hij 'helaas voorbarig en onjuist'. Wel zijn volgens Horsch gesprekken gaande over zijn mogelijke overplaatsing naar 'Studentenzaken'. Momenteel bestaat er volgens hem echter nog verschil van inzicht op een aantal punten. 'Er is dus nog geen sprake van een benoeming, noch van een vacature Hoofd P&O', aldus Horsch, die niet uitsluit dat verder overlegalsnog daartoe leidt. Horsch weigert desgevraagd nader commentaar.
CT-faculteitsdirecteur ing. M. van de Graaf bevestigt alleen het bestaan van de brief van Franken waarin zijn benoeming tot interim-hoofd P&O wordt aangekondigd. 'Verder heb ik maar twee dingen te zeggen. Het CvB heeft mij benaderd of ik belangstelling had om hoofd P&O te worden. Daar heb ik over nagedacht, en uiteindelijk ja op gezegd. Wat betreft de gevolgde procedure: daar sta ik buiten. Dat is een zaak van het CvB', aldus Van de Graaf.
Ggeen commentaar
De briefschrijvers bij P&O weigeren verder commentaar. Studentendecaan A. Gellekink, tevens interim-hoofd BSP, zegt desgevraagd dat het doorzetten van de benoeming bij 'Studentenzaken' tot een 'groot probleem' zal leiden. 'Gisteren heeft Franken ons op het hart gedrukt medewerking te verlenen, maar ik denk niet dat ik dat doe.' Overigens ambieert hijzelf de functie nadrukkelijk niet. Hij en collega-studentendecaan drs. J. Ham (wegens buitenlands verblijf onbereikbaar) hebben eerder 'ongezouten kritiek' op Horsch geleverd. Deels betreft dat de in de brief genoemde bezwaren van het BSP, deels bezwaren vanuit het BSD, waarop hij nu niet wil ingaan.
Gellekink meent niet altijd juist te zijn ingelicht over de CvB-voornemens. Zo zou CvB-voorzitter Veltman de mededeling van Franken hebben ontkracht dat het om een benoeming voor drie jaar zou gaan. Tot dusver was sprake van een projectcoördinator die slechts als taak zou krijgen de integratie van de drie diensten te realiseren. Gellekink vreest dat een hoofd-ad interim uiteindelijk ook blijvend hoofd van de te vormen dienst wordt.
CvB-voorzitter prof.dr.ir. B. Veltman (tevens portefeuillehouder personeel & organisatie) noemt de procedure rond de benoeming bij P&O ongelukkig. 'De timing was geheel verkeerd. Het is goed gebruik om als het CvB iets besluit, de betrokken dienst daarover als eerste te informeren. Dat is hier door een misverstand helaas niet gebeurd. Maar er was bij ons geenszins sprake van kwade opzet. Er is alleen in de uitvoering wat verkeerd gegaan.' Voor de brief van P&O kan Veltman wel enig begrip opbrengen. 'De brief was misschien alleen wat fel gesteld.' Hij wil over de gang van zaken alsnog gaan praten met P&O, en ook met het OPUT.
Voorstel
Over de benoeming inzake 'Studentenzaken' zegt Veltman: 'We hebben een voorstel gedaan en vervolgens commentaar en eventuele tegenargumenten afgewacht. We hebben de aangevoerde argumenten goed bekeken, maar die waren ons inziens niet steekhoudend. Onvoldoende relevant in ieder geval om een ander besluit te overwegen.' Hij beklemtoont dat het CvB bevoegd is om zo'n benoeming te doen. 'We zijn niet verplicht om instemming te vragen.'
Veltman ontkent verder dat aan BSP en BSD is toegezegd om alsnog te kijken naar een alternatieve, voor hen wel acceptabele kandidaat. 'Daar was op grond van de aangedragen argumenten geen aanleiding toe. Bovendien hadden we geen lijstje kandidaten klaar liggen. Er was slechts één kandidaat.' Hij benadrukt verder dat het in eerste instantie gaat om een benoeming voor slechts drie jaar. Volgens Veltman veranderen de protesten niets aan de voorgenomen benoemingen. 'Onze intenties blijven gewoon staan.'