Geld terug voor OV-kaart

| Redactie

Het door de LSVb afgedwongen recht van buitenlandgangers om hun OV-kaart om te ruilen in geld, blijkt in praktijk een groot werkverschaffingsproject. Zowel studenten als bureaus buitenland van instellingen worstelen met onhandige formulieren. Bovendien komt er een stroom aanvragen en bezwaarschriften over `oude gevallen' op gang. En ook dat zorgt voor veel extra werk, van de LSVb tot en met het College van Beroep voor de Studiefinanciering.

Sinds 1 februari kunnen alle studenten die tijdelijk in het buitenland studeren, kiezen tussen de OV-kaart of een bedrag van 93 gulden per maand. Minister Ritzen trof deze regeling, die hem ongeveer 4 miljoen gulden per jaar kost, in november onder juridische druk van ondermeer de LSVb. De Informatie Beheer Groep maakte een formulier dat studenten de vermelde keus bood, en daarmee leek de zaak geregeld. Maar dat valt tegen. De universiteiten beklagen zich over het extra werk dat de regeling hen bezorgt. Hij is bijvoorbeeld zo laat bekend gemaakt dat studenten die in februari vertrekken niet aan de aanvraagtermijn van twee maanden kunnen voldoen. En dat leidt weer tot verwarring over de vraag of ze nu wel of niet hun OV-kaart moeten inleveren. Wordt hun aanvraag alsnog toegekend en hebben ze geen kaart ingeleverd, dan leidt dat immers tot boetes.

Ook de ondertekening van het formulier - en sinds 1 januari zijn er al zo'n 5000 omgegaan - is onhandig geregeld. Namens de instelling moet één persoon tekenen om zowel het buitenlandverblijf als de studentstatus van de betrokkene te bevestigen. Maar het ene is alleen bekend bij de buitenlandbureaus en het andere bij de centrale inschrijving. Elk formulier vergt zo het nodige bel- en regelwerk. En tot overmaat van ramp willen studenten hun plannen nog wel eens wijzigen. 'Dat betekent even zoveel mutaties', verzucht H. van der Star van de Leidse universiteit.

Ook de Landelijke Studenten Vakbond heeft het nog druk met de kwestie. 'Sinds september hebben we hier duizend telefoontjes over gehad', zegt Baukje van Nunen. Zij onderstreept de al genoemde klachten. Maar wat de bond vooral bezighoudt, zijn claims van buitenlandgangers om tot twee jaar terug alsnog hun OV-geld terug te eisen. De uitspraak van het College van Beroep voor de Studiefinanciering die de kwestie vorig jaar op gang bracht, had namelijk twee jaar terugwerkende kracht. Maar over de interpretatie van die uitspraak blijken de meningen te verschillen.

Honderden studenten die de laatste twee jaar naar het buitenland gingen dienen nu alsnog een aanvraag in Groningen in - en halen daarbij handtekeningen op bij hun overbelaste bureau buitenland. Veel van die aanvragen worden afgewezen, maar de LSVb stimuleert studenten om massaal bezwaar in te dienen. En na afwijzing leiden al die bezwaren tot nieuwe zaken bij het College van Beroep. 'Wij willen nu snel een paar voorbeeldzaken behandeld zien, om duidelijkheid te krijgen', aldus Van Nunen van de LSVb. En na de waarschuwing dat er anders binnenkort duizend zaken bij het College van Beroep liggen, lijkt die snelle behandeling er nu te komen. Als de `terugwerkende kracht' straks uitgevochten is, resteert nog het omslachtige gedoe met de formulieren. Van der Star van de Leidse universiteit heeft wel een simpele suggestie: "Laat de IBG zijn eigen regelingen zelf uitvoeren. Wij kunnen geregeld een lijst buitenlandgangers verstrekken. Daarna kan de IBG zelf de studenten aanschrijven en de zaak afhandelen.'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.