Volgens Deirdre Brandwagt, top-level sport/culture coördinator, was de UT al goed bezig via de eigen StOF-regeling. ‘Maar hiermee wordt het zichtbaarder en maken we gebruik van een landelijk netwerk. We kregen voorheen vaak van topsporters die de UT als studieplek overwogen waarom we niet aangesloten waren. Toen ik het nakeek bleek dat we eigenlijk al aan alle voorwaarden voldeden.’
Wat de UT met andere universiteiten gaat delen? ‘Voornamelijk casuïstiek,’ legt Brandwagt uit. ‘We wisselen specifieke uitzonderingsgevallen uit en proberen het op elkaar af te stemmen. Sommige studenten van ons sporten bijvoorbeeld bij de VU in Amsterdam. Bij ons krijgen ze de hele Union Card vergoed en kunnen ze gratis sporten in onze faciliteiten, bij de VU werkt dat anders.’
Schaatsen, wielrennen en paardrijden
Volgens Brandwagt zijn er momenteel zo’n 25 geregistreerde studenten die topsport bedrijven bij de UT. De meesten houden zich bezig met schaatsen, wielrennen of paardrijden. Maar ook minder bekende sporten als powerliften en obstacle runs komen voor. ‘Wat ons opvalt is hoe goed de meesten het al zelf georganiseerd hebben. Je zou zeggen dat die geen ondersteuning van ons nodig hebben. Toch kunnen we veel topsporters financieel helpen of net een stukje verlichting bieden door ze met tentamens extra tijd te geven.