Een belangrijke aanleiding voor de herziening is de stelselmatige budgetoverschrijding. In 2024 had de FOBOS bij de UT een totaalbudget van 962 duizend euro te besteden, terwijl er achteraf 1,14 miljoen euro bleek uitgekeerd. Een verschil van zo’n twee ton. De relatief onhandige aanvraagprocedure en de zware last op de Commissie Persoonlijke Omstandigheden - een aanvraag kon zo’n veertig pagina’s lang zijn - was een andere reden om te versimpelen.
Doordat de FOBOS-regeling breed toepasbaar was, werd er soms compensatie uitgekeerd voor omstandigheden die in werkelijkheid niet of nauwelijks impact op de studievoortgang hadden. Dat hoopt de UT met deze nieuwe regeling duidelijker af te bakenen.
Verschil EER- en niet-EER-studenten
Punt van discussie was nog wel het feit dat er een verschil wordt gemaakt tussen studenten die wel en niet uit de Europese Economische Ruimte komen. Die laatste groep krijgt bijvoorbeeld maar maximaal zes maanden compensatie, terwijl de EER-studenten tot wel achttien maanden kunnen krijgen. De niet-EER-studenten krijgen ook geen bedrag meer uitgekeerd, maar compensatie in de vorm van een korting op het collegegeld. Volgens UReka-raadslid Ivan Potkin was het niet helemaal eerlijk en werkte het voor niet-EER-studenten demotiverend om bestuurstaken te vervullen.
Collegevoorzitter Vinod Subramaniam gaf aan dat de UT gebonden is aan de wet en het beschikbare budget. Ook zei hij dat de UT in principe niet verplicht is om de niet-EER-studenten tegemoet te komen en dat de UT de regeling ten opzichte van andere universiteiten al behoorlijk ruimhartig invult. Ook zei hij dat als de UT’s financiële situatie anders was geweest, er misschien meer mogelijk was geweest.
Na een besloten beraad ging de Uraad uiteindelijk overstag.
Overgangsperiode
In principe gaat de nieuwe StOF-regeling in per 1 september 2025. Aanvragen die voor die tijd nog ingediend worden, vallen – in overleg met de student counsellor – tot 1 september 2026 nog onder de oude FOBOS-bepalingen, net als bestuurs-, studentteam- en medezeggenschapactiviteiten die gestart zijn in 2024-2025.
Tijdens de Uraadsvergadering werd duidelijk dat de vernieuwde regeling na een jaar nog eens tegen het licht wordt gehouden om te kijken wat er anders of beter moet.
StOF in het kort: wat is er nieuw?
Het nieuwe Student Ondersteunings Fonds (StOF) bestaat uit vier delen: persoonlijke omstandigheden, onderwijskundige omstandigheden, topsport/-cultuur en bestuursbeurzen.
Persoonlijke omstandigheden
Hieronder vallen onder meer ziekte, zwangerschap en familieomstandigheden. Om voor een StOF-vergoeding wegens persoonlijke omstandigheden in aanmerking te komen moet het probleem minstens één maand hebben geduurd. Die ondergrens was er niet in de FOBOS.
Onderwijskundige omstandigheden
Een voorbeeld van onderwijskundige omstandigheden is dat een opleiding vertraging oploopt door onvoorziene omstandigheden of de accreditatie verliest. In het eerste geval moet de student kunnen aantonen dat schuld voor de opgelopen vertraging daadwerkelijk bij de UT ligt. Als dat zo is, draait de betreffende faculteit voor de kosten op. Verschil met de FOBOS is dat dit nu duidelijker is geformuleerd onder een eigen sectie van de regeling.
Topsport en -cultuur
Topsporters en -cultuurmakers die StOF aanvragen, moeten in de toekomst kunnen aantonen dat ze daadwerkelijk studievertraging oplopen door hun buitenschoolse activiteiten. Om dat te monitoren moeten ze jaarlijks op gesprek met een topsportcoördinator.
Bestuursbeurzen
Dit deel van de regeling gaat vooral over studenten die een bestuursjaar willen draaien of lid worden van een studententeam. Het budget voor die laatste groep is gehalveerd en extra of incidentele beurzen worden sterk beperkt om het overschrijdingsprobleem op te lossen.