In een citroengele trui en een donkere sjaal tegen de snijdende Nederlandse novemberkou zit Roberts in een kaal, onopgesmukt vergaderzaaltje in Langezijds. Ze verzucht dat haar mailbox nooit leeg raakt, terwijl ze zich herinnert dat ze ooit nog onder de indruk was dat e-mail überhaupt bestond. Ze blijft maar een paar dagen, dan vliegt ze terug naar Zuid-Afrika. Pas net kwam ze aan vanuit Brazilië. Niet van de COP30 in Belèm, maar van het Local Leaders Forum in Rio de Janeiro, omdat ze daar de meer praktische insteek waardeert.
Noodzakelijk compromis
Roberts weet heel goed dat haar voortdurende gereis haaks staat op de zaak waar ze zo vurig voor pleit. ‘Ja, dat is een probleem, dat ga ik niet ontkennen. Maar al dat vliegen is een noodzakelijk compromis.’ Klimaatverandering komt overal ter wereld in uiteenlopende processen en gremia aan bod, zegt ze, en dat vraagt om aanwezigheid. Ze is een van de weinigen die zowel met lokale bestuurders als met internationale wetenschappelijke instituten aan tafel zit. Ze overbrugt de vaak abstracte wetenschappelijke wereld en beleidsmakers die met hun spreekwoordelijke poten in de klei staan. Ze pleit voortdurend voor het betrekken van praktijkkennis in klimaatdebatten en beleid. ‘Ik ben eigenlijk de Japie Krekel van klimaatwetenschappelijke discussies.’
Bruggen bouwen
Wat komt ze hier precies doen? Roberts vindt de ondertitel van de Schermerhorn-leerstoel (Open Science from a Majority World Perspective) nogal omslachtig en probeert vooral te achterhalen wat het in de praktijk betekent. In haar eigen woorden wil ze structurele en duurzame samenwerking opbouwen tussen het Globale Noorden, waar de UT deel van uitmaakt, en het Globale Zuiden, zoals de University of KwaZulu-Natal. Daarbij wil ze zorgen dat de praktijkgemeenschap beter wordt vertegenwoordigd, zodat hun belangen worden meegenomen. Dat betekent open toegang, informatie delen en vooral kennis sámen ontwikkelen. ‘Ik wil het simpelweg makkelijker maken voor wetenschappers en beleidsmakers uit Noord en Zuid om met elkaar te werken.’
Ook bouwt ze een netwerk van wat zij ‘grensgangers’ noemt, mensen die net als zij met één been in twee werelden staan en als interdisciplinaire vertalers samenwerking kunnen faciliteren. Ze probeert daarbij vooral in gesprek te gaan met mensen aan het begin van de kennisketen. Zij bepalen welke vragen worden gesteld en dus wat er onderzocht en uitgevoerd wordt.
Pragmatische academicus
Roberts vertelt dat ze ooit bioloog was, ‘toen er nog dinosaurussen rondliepen’. Toen Zuid-Afrika richting democratie bewoog en zichzelf opnieuw moest uitvinden, veranderde zij mee. Haar onderzoek richtte zich eerst op natuurbescherming in versnipperde landschappen, zoals steden. Maar de academische wereld had toen weinig oog voor toegepaste wetenschap. En zij besefte dat je de noden van de mensen die in die landschappen wonen niet kunt negeren. ‘In stedelijke gebieden raken mens en natuur direct aan elkaar. Als je met natuurvraagstukken aan de slag wilt, moet je ook de menselijke vraagstukken meenemen. En dan moet je leren omgaan met politici en overheden.’
‘Het besef dat wetenschap alleen niet genoeg is, was een enorme eyeopener’
Ze stapte daarom in de lokale overheid van Durban, een stad van ruim vier miljoen inwoners aan de zuidoostkust van Zuid-Afrika. Daar werkte ze aan concreet klimaat- en biodiversiteitsbeleid dat de stad daadwerkelijk veranderde. ‘Wetenschap alleen ging het niet redden. Dat was een enorme eyeopener.’
Gewauwel
Volgens Roberts is er, ironisch genoeg, binnen de wereld van de klimaatactie veel gepraat en weinig actie. ‘Er wordt enorm veel gewauweld. En ik heb een hekel aan gewauwel.’ Daarom ging ze niet naar Belèm, maar naar Rio, waar ze vooral mensen trof die in daden denken. Ze ergert zich ook aan dikke rapporten waar bijna niemand in kijkt. ‘Ik heb thuis een stapel van een halve meter hoog. Ik gebruik ze als deurstopper.’
Aan den lijve ondervonden
Voor veel Nederlanders, gewend aan een relatief stabiel klimaat, lijken klimatologische problemen ver weg. De kwestie lijkt alweer over de hoogste urgentie heen. Roberts ziet dit ook internationaal terugkomen. Ze herinnert zich de eerste jaren na het Akkoord van Parijs, toen er een breed gedragen gevoel van noodzakelijke verandering was. Door geopolitieke ontwikkelingen lijkt dat momentum af te nemen. In Durban ziet ze echter dagelijks hoe reëel klimaatverandering is. In 2022 overstroomde de stad, deels door klimaatverandering, inclusief haar eigen huis. ‘Echter dan dat wordt het niet.’
‘Discussiëren met ontkenners is zinloos’
Wat ze vindt van Bill Gates’ recente verschuiving van klimaat naar hongerbestrijding? Voor haar zijn die twee juist onlosmakelijk met elkaar verbonden. ‘Uiteindelijk is het zijn geld, dus hij mag doen wat hij wil.’ Hetzelfde geldt voor de afwezigheid van de VS in klimaatdiscussies. ‘Onze deur staat open, maar we kunnen niet op ze blijven wachten.’
Roberts wijst op het naderende bereiken van de kritieke grens van 1,5 graad opwarming, afgesproken in Parijs. ‘Als je daar overheen gaat, zie je meer extreme gebeurtenissen en grotere impact op ecosystemen.’ Ze verwijst naar recente overstromingen in Spanje en Zuid-Nederland. ‘We moeten nu gaan nadenken over hoe het suboptimale één-na-beste toekomstscenario eruitziet, en daarna een derde, vierde enzovoort.’
Daarom heeft ze geen tijd voor klimaatontkenners. ‘Met die groep discussiëren heeft geen zin. Ze zetten de hakken alleen maar dieper in het zand. Het haalt ze vanzelf wel in.’
Vooruitkijken
Is ze over tien jaar nog steeds actief aan het klimaatfront? Ze geeft een vastberaden blik. ‘Dan ben ik met pensioen en is het klaar. Dan is het aan de volgende generatie. Ik ben niet bang dat ik me ga vervelen hoor. Momenteel kom ik niet eens aan filmkijken toe. Er liggen ook nog allemaal handwerkprojecten op me te wachten. Ik kijk er echt naar uit om die eindelijk af te maken.’
Tot het zover is, heeft ze nog flink wat reisuren te gaan.