Afgelopen april verklaarde de rechtbank in Almelo UT-spin-off Clear Flight Solutions failliet. Het bedrijf maakte jarenlang furore met zijn ‘Robird’, een drone in de vorm van een roofvogel, maar kwam de laatste jaren in de financiële problemen vanwege een tegenvallende omzet.
‘Nooit levensvatbaar’
In het faillissementsverslag staat dat de onderneming ‘nooit levensvatbaar lijkt te zijn geweest’. ‘Er lijkt vooral veel tijd besteed aan onderzoek en ontwikkeling’, zo tekent curator Jelle Damstra op. Hij rekent voor dat tot en met 2024 meer dan 3,5 miljoen euro verlies is gedraaid. Ook de jaarrekeningen zijn de afgelopen jaren te laat of niet gedeponeerd volgens de curator.
Maar ‘uitgefladderd’ – zoals dagblad Tubantia schrijft – daar is allesbehalve sprake van, zeggen betrokkenen. De werkmaatschappij Clear Flight Solutions is namelijk failliet, maar het personeel en de werkzaamheden zijn overgegaan naar het Canadees bedrijf Aerium Analytics. Zodoende vliegen de robotvogels nog steeds, maar onder de naam van Aerium – en als ‘The Drone Bird Company’.
Businessmodel
Dat is ook al vier jaar de handelsnaam van het bedrijf, laat CEO Jan-Willem van den Eijkel weten. ‘We vliegen gewoon door, onder andere bij fruittelers en op de vliegvelden van Istanbul en Edmonton. Al onze partners zijn ook alleen met de naam The Drone Bird Company bekend, niet Clear Flight Solutions.’
Van den Eijkel laat weten dat het bedrijf wel de nodige moeite had met het verhogen van de omzet. ‘De coronacrisis hielp niet. Die brak uit terwijl we bijvoorbeeld net een groot contract met het vliegveld van Zürich in de pijplijn hadden. Bovendien was er moeite om een goed businessmodel neer te zetten; de focus lag eerst op de dronevogel met klapperende vleugels. We hebben vervolgens een vogel met gefixeerde vogels ontwikkeld. Nu is het zaak om de juiste keuzes te maken qua businessmodel.’
Investering UT
Zo’n tien jaar geleden had het bedrijf de wind flink mee, via miljoeneninvesteringen. Bovendien werd de robotvogel gekroond tot ‘belangrijkste robotinnovatie van Europa’. De UT heeft via haar holding nog steeds een minimaal aandeel in het bedrijf, in de vorm van een indirecte participatie via een fondsinvestering.