Luc Stultiens en Jimme Nordkamp, beiden van GroenLinks-PvdA, stelden vorige maand een tiental Kamervragen op aan de minister naar aanleiding van de reorganisatie bij de UT-faculteit TNW. Ze uitten hun zorgen onder andere over de impact op de regio Twente en de onzekerheid die de geplande overheidsbezuinigingen met zich meebrengen.
De antwoorden van onderwijsminister Eppo Bruins op de Kamervragen zijn vooral oppervlakkig en ontwijkend van aard. Bruins ‘erkent dat de bezuinigingen tot onzekerheid kunnen leiden’, maar wijst op meerdere factoren die een rol kunnen spelen. ‘Naast overheidsbeleid kunnen ook dalende studentenaantallen, gestegen kosten of instellingsspecifieke problematiek erin resulteren dat instellingen keuzes moeten maken om hun organisatie financieel gezond te houden’, aldus de minister.
‘Instellingen zelf verantwoordelijk’
Hij wil dan ook niet vooruitlopen op een mogelijke UT-brede reorganisatie – ook een vraag van de Kamerleden. ‘Instellingen zijn zelf verantwoordelijk voor het zorgvuldig doorvoeren van bezuinigingen. Hierover verantwoorden zij zich richting de medezeggenschap en het interne toezicht. Ik heb er op basis van deze interne waarborgen vertrouwen in dat de instellingen dit op zorgvuldige wijze vormgeven’, zo schrijft Bruins, die zegt bewust te zijn van de belangrijke rol van de UT in de regio.
Ook wordt uit de antwoorden van de minister duidelijk dat hij nog steeds van plan is de bezuinigingen voort te zetten. ‘Het kabinet staat voor de gemaakte keuzes en acht de bezuinigingen op onderwijs en onderzoek realistisch en uitvoerbaar’, aldus Bruins. Hij wijst onder andere op de bestedingsvrijheid van de onderwijsinstellingen en vertrouwt erop dat die de juiste keuzes maken.
Internationaliseringswet
Ondanks dat hij de bezuinigingen niet wil terugdraaien, wil Bruins wel kijken naar ‘meer stabiliteit in bekostiging’, wil hij het opleidingsaanbod bewaken en kijkt hij naar maatwerk in het geval van de aankomende ‘Wet Internationalisering in Balans’. Hij zegt niet expliciet dat de UT op een uitzondering kan rekenen als het gaat om het aanbod van Engelstalige opleidingen. Wat er wel staat: ‘Dit wetsvoorstel bevat maatwerk voor instellingen in grensregio’s en in of nabij krimpregio’s – passend bij het profiel van de instelling, kan daar meer ruimte zijn voor anderstalige opleidingen en anderstalig opgeleid talent dan elders in het land.’
