Uraad wil bindend studieadvies behouden

| Jelle Posthuma

De universiteitsraad roept op om het bindend studieadvies (bsa) voorlopig te behouden. Dat schrijft de studentengeleding in een brief aan onderwijsminister Dijkgraaf, die plannen heeft om het systeem aan te passen. ‘Het bsa is geen goede oplossing, maar het alternatief moet beter.’

Foto: studenten in Ravelijn.

Als het aan minister Dijkgraaf ligt, gaat het bsa binnenkort op de schop. Volgens hem zorgt het systeem voor veel stress en prestatiedruk bij studenten, die toch al kampen met problemen op het gebied van mentale gezondheid. Mogelijk wil hij een ‘milder’ studieadvies, bijvoorbeeld door het bsa te spreiden over twee jaar of door het verlagen van de huidige norm.

bindend studieadvies

Net als andere onderwijsinstellingen in Nederland hanteert de UT het zogenaamde bindend studieadvies, beter bekend onder de afkorting ‘bsa’. Alle eerstejaarsstudenten ontvangen het advies aan het einde van hun studiejaar. In de meeste gevallen krijg je een positief advies als je in het eerste jaar 45 of meer van de 60 studiepunten hebt gehaald. Een score onder de 45 punten zorgt veelal voor een negatief bindend studieadvies: de student moet dan stoppen met de opleiding.

Meelifters

Hoewel de studentengeleding van de Uraad de zorgen van de minister over welzijn onderschrijft, pleiten ze in een brief voor het voorlopig behoud van het huidige bsa. Volgens hen gaat een versoepeling van de norm ten koste van de onderwijskwaliteit. ‘In Twente werken we door TOM veel met projectmatig onderwijs’, legt Uraadslid en ATLAS-student Milan Gomes uit. ‘Bij projectgroepen draait het om samenwerking. Dat vereist een gelijkwaardig kennisniveau en een gelijke inzet van studenten.’

Deze onderwijsvorm is gevoelig voor ‘meelifters’: studenten die minder inzet tonen binnen een groep of het niveau niet aankunnen. De Uraad vreest dat een versoepeling van het bsa leidt tot een nog grotere groep meelifters. ‘Er zijn nu al flinke verschillen tussen studenten in projectgroepen. Dat horen we van docenten en ik weet het ook uit eigen ervaring. Door een versoepeling van het bsa kan deze kloof nog groter worden.’

Daarnaast wijst Gomes op de verspilde moeite en financiën, zowel voor de onderwijsinstelling als de student zelf. ‘Als het bsa wordt versoepeld en gespreid over twee jaren, en er volgt alsnog een negatief studieadvies, dan heeft een student twee jaar geïnvesteerd in plaats van één. Dat zorgt alsnog voor enorme stress.’

Niet ideaal, wel nodig

Volgens Gomes is het standpunt van de Uraad mede gebaseerd op een korte peiling onder studenten en een rondvraag in eigen studiekring. ‘We kunnen natuurlijk niet alle UT-studenten vragen, maar uit onze rondvraag blijkt dat de meeste studenten goed kunnen volgen hoe wij op ons standpunt zijn gekomen.’ Naast het behouden van het bsa pleit de Uraad in de brief voor de mogelijkheid om de puntennorm per instelling en opleiding te bepalen. ‘Een University College als ATLAS moet bijvoorbeeld kunnen kiezen voor een hoger bsa van vijftig of zestig punten, terwijl andere opleidingen misschien juist kiezen voor een lagere puntennorm.’

De oproep om het bsa voorlopig te behouden, betekent niet dat de Uraad een groot voorstander is van het systeem, zo benadrukt Gomes. ‘In de ideale wereld is er meer ruimte voor persoonlijke begeleiding in plaats van een hard ‘ja-nee’. Docenten en adviseurs zouden dan binnen duidelijke kaders in gesprek kunnen gaan met studenten over hun studiepad en samen een besluit nemen over het vervolg.’ Maar persoonlijke begeleiding vraagt op dit moment te veel van het onderwijspersoneel, weet Gomes. ‘De werkdruk is nu al hoog. Daarom blijft het bsa voorlopig nodig. Het is geen goede oplossing, maar het alternatief moet beter.’

De Uraad hoopt op een gesprek voordat de Kamerbrief door minister Dijkgraaf wordt verstuurd. Naar verwachting wordt nog dit voorjaar bekend wat de plannen van de minister zijn met het bsa.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.