UT wacht met spanning op brief Dijkgraaf over internationalisering

| Jelle Posthuma

Het college van bestuur kijkt met spanning naar de brief van minister Dijkgraaf (OCW) over internationalisering, die naar verwachting eind deze week verschijnt. Dat bleek woensdagmorgen tijdens de Uraad. De brief kan grote gevolgen hebben voor de UT.

De langverwachte brief van onderwijsminister Dijkgraaf over internationalisering verschijnt waarschijnlijk na de ministerraad van aanstaande vrijdag. Die verwachting sprak collegevoorzitter Vinod Subramaniam uit tijdens de Uraad. De brief is een antwoord op de politieke discussie die eind vorig jaar oplaaide. Verschillende Kamerleden pleitten voor een beperking van de instroom van internationale studenten en een terugkeer naar het Nederlands bij alle bacheloropleidingen.

Balanceren

Tijdens de Uraad gaf Subramaniam een ‘update’ over de stand van zaken. Uit de toon van zijn monoloog werd duidelijk dat het menens is voor de UT, waar veel opleidingen in het Engels worden aangeboden en inmiddels een groot deel van de medewerkers en studenten afkomstig is uit het buitenland. ‘Het is duidelijk dat de Tweede Kamer een strengere handhaving van de taalwet voor het hoger onderwijs wil. Ook vindt de Kamer dat de uitzonderingen op de wet nu te losjes worden toegepast’, begon de collegevoorzitter.

'De minister moet balanceren tussen zijn eigen visie en die van de Tweede Kamer'

Subramaniam zat de afgelopen maanden dicht op het vuur. Hij nam zitting in een werkgroep met drie andere bestuurders, waarin hij afgelopen week met de minister sprak over internationalisering. ‘We hadden met hem een positieve discussie, maar de minister moet balanceren tussen zijn eigen visie en die van de Tweede Kamer. Dat botst af en toe. Dijkgraaf onderkent dat internationalisering een belangrijk onderdeel is van ons onderwijssysteem, maar hij benadrukt tegelijkertijd dat ongebreidelde groei niet duurzaam is. Ook maakt hij zich zorgen over de toegankelijkheid en kwaliteit van het onderwijs. Het is kortom zoeken naar de balans.’

De precieze inhoud van de brief is bij de collegevoorzitter nog niet bekend, daarvoor is het wachten tot vrijdagmiddag. Wel verwacht Subramaniam een aanscherping van het huidige beleid, ook aan de hand van nieuwe wetten. Volgens de collegevoorzitter onderschrijft de UT het belang van toegankelijkheid: de universiteit wil een inclusieve omgeving zijn, zowel voor internationale als Nederlandse studenten en medewerkers. Daarom neemt de UT haar eigen beleid onder de loep.

Tweetalig

De collegevoorzitter sorteerde alvast voor op mogelijke aanpassingen om de inclusiviteit te bevorderen. ‘We hebben een paar jaar geleden gekozen voor het Engels als voertaal, maar de dagelijkse praktijk wijst uit dat we tweetalig zijn als universiteit.’ Voor het onderwijs ligt het complexer, maar ook hier is een compromis mogelijk, oordeelde Subramaniam. Bijvoorbeeld door het eerste jaar van bepaalde opleidingen tweetalig aan te bieden. ‘Dat zorgt voor een lagere drempel bij Nederlandse studenten.’

'Op de UT weer alles in het Nederlands gaan doen, is echt het paard achter de wagen spannen'

De UT wil graag meedenken over aanpassingen, vervolgde de collegevoorzitter. ‘We zijn een academische omgeving: we blijven altijd onderzoeken wat werkt en wat niet werkt. Maar we opereren in een internationale omgeving. We zijn wie we zijn als UT dankzij onze internationale gemeenschap.’ Rector Tom Veldkamp viel hem bij. ‘Onze eigen visie moet leidend blijven. Er zit een grens aan wat we willen en kunnen veranderen.’

Het aanbieden van een volledig tweetalig programma voor alle UT-opleidingen is geen optie, stelde een opvallend felle rector. Volgens hem zijn de Twentse opleidingen daarvoor simpelweg te klein. ‘Onze hele maatschappij is bovendien veranderd. Bedrijven als ASML werken in een internationale, Engelstalige omgeving. Op de UT weer alles in het Nederlands gaan doen, is echt het paard achter de wagen spannen.’

Een scherpe kentering in het taalbeleid zou grote gevolgen hebben voor het onderwijs, vulde Subramaniam aan. Hij wees op het belang van met name technische vakken voor de regio. Volgens hem moet het onderzoek en onderwijs van de UT aantrekkelijk blijven voor internationale studenten en medewerkers. Veldkamp viel hem bij. ‘We kunnen sommige opleidingen niet in het Nederlands geven, omdat onze staf internationaal is. Het risico is dat we talentvolle internationale medewerkers verliezen en dat er een exodus plaatsvindt. Daar moeten we echt een grens trekken als universiteit.’

'Voor universiteiten in Amsterdam en Delft is de situatie wezenlijk anders dan voor grensuniversiteiten'

Maatwerk

Subramaniam benadrukte dat het CvB begrip heeft voor de zorgen van Kamerleden, zeker op het gebied van ongebreidelde groei. Maar volgens hem is er bij universiteiten behoefte aan maatwerk. ‘Voor universiteiten in Amsterdam en Delft is de situatie wezenlijk anders dan voor grensuniversiteiten, zoals de UT. Problemen rondom huisvesting spelen hier bijvoorbeeld minder. We pleiten daarom tegen een ‘one size fits all’ benadering: het gaat juist om de nuances. Maar de minister kan niet met een reeks uitzonderingen komen, dat maakt het ingewikkeld voor hem. Ik zou geen minister willen zijn op dit moment.’

Het was duidelijk dat de woorden van Subramaniam en Veldkamp aankwamen bij de Uraadsleden, gezien de stilte in de zaal. In een korte reactie lieten ze weten achter het standpunt van het CvB te staan. Tot vrijdag blijft het afwachten wat de minister precies van plan is met het hoger onderwijs. Het debat in de Tweede Kamer over de internationalisering is op 13 april.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.