Zeven vragen over de Instellingstoets Kwaliteitszorg

| Rense Kuipers

De UT is binnenkort aan de beurt voor een grootschalige toetsing door onderwijskeurmeester NVAO. In deze zogeheten Instellingstoets Kwaliteitszorg gaat het UT-onderwijs op alle mogelijke niveaus langs de meetlat. Over het hoe en waarom lees je hier.

Photo by: Rikkert Harink

Wat is de instellingstoets kwaliteitszorg?

Eens in de zes jaar staat de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie, afgekort NVAO, op de stoep bij universiteiten en hogescholen voor de Instellingstoets Kwaliteitszorg. Dat staat trouwens los van de zesjaarlijkse opleidingskeuringen. Dit is een grootschalige, universiteit-brede keuring, uitgevoerd door een onafhankelijk expertpanel vanuit de NVAO. Dat panel toetst wat de UT doet om de kwaliteit van haar onderwijs te handhaven én te verbeteren. Of, zoals de onderwijskeurmeester het zelf stelt op zijn website: 'verzekert de kwaliteitszorg de realisatie van de visie op goed onderwijs en werkt de instelling duurzaam aan ontwikkeling en verbetering?'

Hoe vindt de keuring plaats?

Het panel van de NVAO komt twee keer langs. Eerst een ‘verkennend’ bezoek dat twee dagen duurt. Vervolgens een ‘verdiepend’ bezoek van drie dagen. Het panel gaat in die dagen vooral in gesprek met stakeholders – oftewel belanghebbenden – die de UT zelf naar voren schuift. Evenals de vorige keer, kun je sowieso verwachten dat het panel het college van bestuur, decanen en de universiteitsraad aan de tand voelt. Ook opleidingsdirecteuren, docenten, studenten en directeuren van ondersteunende diensten zullen hun zegje moeten doen.

Na het bezoek stelt het panel een conceptrapport op, dat vervolgens naar de UT gaat om te checken op ‘feitelijke onjuistheden’. Daarna gaat het rapport naar het dagelijks bestuur van de NVAO, dat een ‘voornemen-tot-besluit’ neemt – die overigens ook weer voor een fact check naar de UT gaat. Na een reactietermijn van twee weken, neemt de NVAO een definitief besluit.

Wat staat er in zo’n rapport en wat zijn de mogelijke gevolgen daarvan?

Er zijn drie mogelijkheden: positief, positief onder voorwaarden en negatief. De NVAO toetst of de UT voldoet aan vier standaarden. Is dat het geval, dan komt er logischerwijs een positief eindoordeel uit de bus. Voldoet de UT op maximaal twee standaarden niet aan de voorwaarden, dan gaat de NVAO verbetervoorwaarden opleggen, maar alleen als het panel denkt dat de UT binnen twee jaar de geconstateerde problemen kan oplossen.

Als de UT bij drie of vier standaarden niet voldoet aan de voorwaarden, volgt een negatief eindoordeel. De kans dat dat gebeurt is hoogst onwaarschijnlijk. Sinds 2011 voert de NVAO de instellingstoets uit en kreeg nog geen enkele hogeronderwijsinstelling een negatieve beoordeling. Tijdens de huidige rondgang van de NVAO heeft slecht één instelling (de Christelijke Hogeschool Ede) uit de pak ‘m beet twintig een ‘positief onder voorwaarden’ gekregen.

Hoe kwam de UT de vorige keer voor de dag?

Toen de NVAO de vorige keer langskwam, stond het UT-onderwijs flink in de steigers. Vooral door de invoering van het Twents Onderwijsmodel in die tijd. Desalniettemin voldeed de UT aan alle – toen nog vijf – standaarden en volgde in 2014 een positief oordeel. Tot vreugde van het toenmalige college van bestuur, met woorden als ‘we zijn met vlag en wimpel geslaagd’ (Van der Chijs) en ‘ook de onderliggende toon van dit rapport is positief’ (Brinksma).

Ondanks zowel de positieve beoordeling als toon, droeg de NVAO-commissie ook zeven aanbevelingen aan. Of er sindsdien op die punten is verbeterd, is uiteraard een schone vraag voor het nieuwe NVAO-panel om te beantwoorden. Sommige stations lijken al gepasseerd en toe aan een nieuw referentiekader (‘revitaliseer de gedechargeerde Expertcommissie TOM’). Andere pijnpunten – in het bijzonder op het gebied van werkdruk – speelden niet alleen rond 2014, maar lijken zelfs nog pijnlijker zijn geworden, zo bleek uit het laatste medewerkersonderzoek.

Wanneer komt de NVAO langs?

Het verkennend bezoek is op 11 en 12 november. Het verdiepende bezoek is vlak voor de kerstdagen: op 16, 17 en 18 december.

Wat moet er nog geregeld worden?

Veel is al geregeld: de UT heeft een zogeheten kritische zelfevaluatie naar de NVAO gestuurd. Hetzelfde geldt voor de kwaliteitsafspraken, die de NVAO ook gaat controleren tijdens deze ronde van de Instellingstoets Kwaliteitszorg. Betrokken UT’ers hebben op 8 mei al geoefend, eigenlijk een soort simulatie van het NVAO-bezoek. Wat de komende maand nog vooral rest zijn de laatste puntjes op de i, dus het papierwerk moet op orde zijn en iedereen die een gesprek aangaat met het panel, moet daarop voorbereid zijn. Daar houdt de stuurgroep onder leiding van UT-secretaris Susanne Wichman zich nu vooral mee bezig.

Waarom is zo’n instellingstoets nodig?

Dat raakt meteen in de kern van het bestaansrecht van de NVAO, die sinds 2005 de kwaliteit van het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen probeert te borgen en de kwaliteitscultuur binnen de hogeronderwijsinstellingen in Nederland en Vlaanderen wil bevorderen. Op basis van het oordeel van de NVAO worden niet alleen opleidingen erkend, maar aan de hand van zo’n Instellingstoets Kwaliteitszorg kan een instelling als de UT eens goed kijken of de kwaliteitszorg van haar onderwijs op orde is. Immers, iedereen wil toch dat het diploma waar je jaren voor zwoegt de moeite waard is?

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.