CvB waakt voor ‘berekenend studiegedrag’

| Rense Kuipers

Studentenfracties UReka en DAS willen dat deelresultaten binnen TOM-modules langer geldig blijven. Het college van bestuur is daarop tegen, bleek tijdens de universiteitsraadsvergadering woensdagochtend.

UReka uitte vorige week al haar zorgen over de ondeelbaarheid van TOM-modules, na een uitspraak van het College van Beroep om een student technische wiskunde gelijk te geven en alsnog een module-onderdeel te laten herkansen. De ondeelbaarheid leidt volgens de studentenfractie onder andere tot demotivatie bij studenten en extra werklast voor docenten.

Het voorstel van de universiteitsraad was om artikel 4.7.2. uit de Richtlijn OER te schrappen. Dat artikel stelt namelijk dat resultaten van toetsen alleen geldig zijn in het studiejaar waarin deze zijn behaald. De Uraad wil dat deelresultaten langer dan een jaar behouden blijven.

Beheersen

Rector Ed Brinksma zei de brief van de Uraad positief te waarderen. Want hoewel de Uraad de achterliggende gedachte van TOM steunt – het reduceren van het aantal late uitvallers – wringt de schoen waar studenten een groot deel van een module wel aantoonbaar beheersen.

Dat leidde tot uitgebreide discussie vanochtend. Het college van bestuur is tegen het schrappen van het artikel uit de Richtlijn OER. Brinksma: ‘Dit ondervangt een deel van het probleem, maar zal tegelijkertijd zorgen voor “berekenend studiegedrag” dat we willen voorkomen met TOM.’

‘Module valt uiteen’

‘Studenten zouden ervoor kunnen kiezen het ene jaar het ene stukje van de module te volgen en een volgend jaar het andere stukje’, volgens Brinksma, die dit geen begaanbare weg vindt. ‘Als we dit schrappen, valt een module praktisch in onderdelen uiteen.’

Waar Brinksma wel wat in ziet is een mogelijke ‘herformulering’ van het OER-artikel. Maar daarover wilde hij vanochtend namens het CvB nog geen standpunt over innemen. Brinksma kwam daarom met een procesvoorstel. Vanmiddag legt hij dit voor in het CvB-decanenoverleg en volgende week vergadert de UCO (universitaire commissie onderwijs) hierover. Brinksma: ‘Ik voel me pas in staat om discussie over dit punt te voeren als ik de opleidingen goed gehoord heb.’

Starheid

Joep Kiewiet van studentenfractie DAS noemde het ‘omdenken’ van de rector. ‘De praktijk is dat studenten sneller studeren door TOM, maar de starheid om deelresultaten niet over het jaar heen te tillen, zorgt voor moeilijkheden bij studenten. Het voorstel zoals het er nu namens de Uraad ligt zou de logische stap zijn.’

De Partij van de UT-fractie wil zelfs een stapje verder gaan en het begrip ‘module’ veranderen. In de Richtlijn Onderwijs- en examenregeling (OER) moet volgens de PvdUT een module uit meerdere onderdelen bestaan, met een totale omvang van 15 ec. Dick Meijer noemde dit ‘de praktijk legitimeren’, omdat volgens hem meerdere opleidingen hun beleid toch al op deze manier invullen. Daar was Brinksma helemaal op tegen.

Voor Brinksma ligt nu de opgave om balans te vinden tussen uniforme regelgeving op de UT en de vrijheid geven aan opleidingen om deze centrale regelgeving naar hun inzicht in te vullen. Hij hoopt er de volgende vergadering op terug te kunnen komen, maar pleitte tegelijkertijd voor zorgvuldigheid.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.