Staatssecretaris A. Nuis en zijn 'circus' komen op woensdag 29 maart naar de UT. In de Drienerburght zullen vanaf 19.00 uur veertig genodigden discussiëren over 'Bestuurlijke condities vanuit internationaal perspectief'. Publiek is uiteraard welkom.
Op verzoek van de staatssecretaris presenteert het Centrum voor Studies van het Hoger Onderwijsbeleid (CSHOB) van de UT eerst een vergelijkende analyse van de hoger onderwijsstelsels in Nederland, Engeland, Frankrijk, Duitsland, Denemarken, Zweden en Vlaanderen. Hierdoor hoopt men een duidelijker beeld te krijgen van de effecten van verschillende overheidsmaatregelen op het HBO en de universiteiten.
Prof.dr. F.A. van Vught, één van de drie onderzoekers, vertelt dat het erop lijkt dat het aantal studenten dat hoger onderwijs volgt in de toekomst niet zal dalen, allerlei belemmerende maatregelen ten spijt. Dit is een opmerkelijke bevinding want in beleidsscenario's wordt hiervan wel uitgegaan. Omdat de overheid het hoger onderwijs steeds minder wil subsidiëren zou een conclusie kunnen zijn dat de hoeveelheid private middelen omhoog moet.
'Verder doet zich de vraag voor of iedereen hetzelfde moet krijgen', aldus Van Vught. Studiedifferentiatie, eventueel gekoppeld aan selectie, is momenteel populair bij beleidmakers. Probleem is dat dan twee effecten kunnen ontstaan, 'stapelen' of, het omgekeerde, 'cascaden'.
Na de presentatie van het onderzoek zal aan de hand van stellingen en open vragen worden gediscussieerd onder voorzitterschap van drs. A.J.C. van Stekelenburg, inspecteur generaal van de inspectie van het onderwijs. Onder de genodigden bevinden zich veel bestuurlijke toppers van de UT, zoals het voltallige College van Bestuur en een afvaardiging van de Universiteitsraad. Ook de voorzitters van een aantal hogescholen zullen aan de discussie deelnemen. De studentenafvaardiging telt drie leden.
