Campusquotes

| Wiendelt Steenbergen

De column van Wiendelt Steenbergen uit het meest recente Campus Magazine. Over het proeven van de sfeer op de campus. 'Op weg naar mijn werkkamer ontging de bont versierde en met mijn hoofd volgehangen koffiehoek me 's ochtends volledig, terwijl ik er toch vlak langs kwam. Pas toen mijn eigen kamer bleek te zijn gevuld met ballonnen en slingers ging bij mij het licht aan: mijn 25-jarig UT-jubileum!

Ja, dank u, dank u wel. Nou klopte het helemaal niet. De eerste twee-en-een-half jaar waren niet meegeteld, om HR-technische redenen. Maar dat is een detail, uitgestelde cadeautjes en taart zijn ook welkom.

Na ruim 27 jaar vind ik de UT nog altijd een geweldige werkplek. Misschien wek ik in mijn bijdragen in U-Today weleens een andere indruk, want Was sich liebt, das neckt sich. De behoefte om anderen hardop in je werkgenot te laten delen verschilt van persoon tot persoon. Een collega vroeg na afloop van een goede bespreking weleens opgetogen: ‘Vonden jullie dit nou ook niet geweldig leuk?’. Hier en daar, en ook door mij, werd dan ongemakkelijk ‘mmm ja, best wel’ of iets dergelijks gemompeld.  Ik behoor duidelijk tot de grote meerderheid van verbale droogkloten die hun werk leuk vinden, maar die dat zelden spontaan zullen uiten.

Maar er zijn momenten dat het gevoel mooi werk te hebben op een mooie plek ook mij overvalt, en daar maak ik, van nature toch vrij introvert, u deelgenoot van. Ik ben dan meestal niet actief zelf aan het werk, maar proef de sfeer op de campus. Ik loop door de Diagonaal van Carré en slalom tussen groepen uitgelaten studenten door die net uit college komen, of naar college gaan. Over de campus fietsend zie ik een student op de grond liggen om een minuscuul object, geplaatst op een ondergrond van karton, te fotograferen. Een paar andere studenten staan er geboeid naar te kijken en leveren commentaar. Opvallend netjes geklede ouders met een bos bloemen, broertjes en zusjes, en soms nog een opa of (meestal) oma, haasten zich om op tijd te zijn voor een afstudeerzitting. Ik zit op het bankje bij de Koelcirkel en zie studenten bloedserieus met een mysterieus object van hout, karton, pvc-buis, aluminiumfolie en metaaldraad in de weer. Ze richten het ding op de Horsttoren, en wat er dan gebeurt….? Werkelijk geen idee.

Ik vang flarden op van gesprekken die iets zeggen over wat studenten bezighoudt, in de studie, het studentikoze bestaan daaromheen, of hun persoonlijke leven. Misschien is het dat ik zelf trager wordt, maar ik heb sterk de indruk dat jongeren in al die jaren steeds sneller zijn gaan praten, dus de informatiedichtheid is groter geworden. Hier volgen een paar quotes. De leukste: ‘Hoe lang zijn ze eigenlijk getrouwd?’. ‘Geen idee, het zijn jóuw ouders’. De meest intrigerende: ‘Alleen in de slaapkamer merk je dat hij christelijk is’. De meest zorgzame, tijdens een werkcollege: ‘Wat ben je stil, je zegt helemaal niets. Gaat het goed met je?’.

Het zijn de studenten, die hun vorming gedurende een aantal jaren aan onze universiteit toevertrouwen en generatie na generatie komen en weer gaan, die de universiteit een unieke en dynamische werkplek maken. Als ik een oppepper nodig heb, dan is een wandeling over de campus en door de gebouwen voldoende.

 

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.