Tentamens

| Roy van Zijl

Roy van Zijl (22) is masterstudent werktuigbouwkunde én een talentvol atleet. Hij schrijft om de week een column voor U-Today, over wat hem opvalt op de campus.

Photo by: Annabel Jeuring

Tijdens een studiejaar dat voornamelijk bestaat uit een stage en afstudeeropdracht is het gemakkelijk om te vergeten wanneer kwartielen beginnen en eindigen. Vooral tijdens mijn bachelor voelde ieder kwartiel als 9 weken lang toewerken naar die ene klapper: de tentamenweek. En hoewel ik zeker niet tot in de vroege uurtjes aan het studeren was, is zo’n week niet ideaal qua stressgehalte.

Tentamens zijn er logischerwijs in alle soorten en maten omdat ieder vak een ander soort toetsing vereist. Zelf blijf ik groot fan van het klassieke schriftelijk tentamen met een serie grote open vragen. Het oplossen van zo’n probleem geeft een groter gevoel van voldoening dan een kruisje zetten bij een meerkeuzevraag.

Daarnaast is er iedereens favoriete ‘Wie is de Mol?’-variant op toetsing; de groepspresentatie met bijbehorende vragenronde. Het is een van de methodes waar de voor- en nadelen het sterkst aanwezig zijn. Het grote voordeel is het hebben van een ‘Verlaat de gevangenis zonder te betalen’-kaart in de vorm van een groepsgenoot, die je kan helpen met het beantwoorden van een lastige vraag.

Daartegenover staat het feit dat deze toetsing niet alleen kennis en inzicht toetst, maar je ook voor lastige ethische vraagstukken stelt. Wanneer een van jouw groepsgenoten een incorrect antwoord geeft, bescherm je die persoon dan door het te bevestigen of gooi je hem/haar onder de bus door het te verbeteren? Tegen de tijd dat ik dat voor mijzelf heb uitgevogeld, geeft iemand anders al antwoord.

Dat is op zichzelf ook een probleem: weinig reageren kan de indruk wekken dat je eigenlijk geen idee hebt waar deze hele discussie over gaat. Uit ervaring, dat werkt niet positief door in het cijfer dat je krijgt.

Een oplossing voor dit probleem bestaat uit het individuele mondelinge tentamen. Het grootste voordeel is dat je aan de examinator(en) kan zien of je een goed antwoord geeft, of niet. Zelfs als ze hun beste pokerface op proberen te zetten, zie je of je het antwoord net een andere richting op moet sturen.

Zelf zat ik afgelopen week aan beide kanten van deze – virtuele – individuele tafel. Enerzijds voor het afnemen van een serie mondelingen – iets dat heel leuk is wanneer een student veel weet, maar soms een zware dobber als dat niet zo is – en anderzijds voor mijn laatste tentamen ooit. Niets beter dan een uurtje met hartslag 140 panikeren over het niet weten van een aantal antwoorden. Daar genoot ik zo van dat ik hem nog maar een keertje ga doen.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.