Sanchez… dat klinkt niet heel Nederlands.
‘Dat klopt! Maar mijn meisjesnaam is Elfring. Ik kom gewoon oet Hengel hoor. Mijn man Onesimo is Spaans, die werkt hier trouwens ook op de UT. De meesten kennen hem als Onnie, da’s makkelijker te onthouden. Hij is een zoon van gastarbeiders die ooit bij Stork werkten en kwam hier op 5-jarige leeftijd naartoe. We hebben elkaar in Hengelo op de mavo ontmoet. In de jaren ’80 volgde er een grote ontslaggolf. Bijna zijn hele familie verhuisde weer terug naar Andalusië, het uiterste zuiden. Wij bleven hier.’
Een handig vakantieadresje dus?
‘Zeker! We gaan zoveel mogelijk die kant op. Ik zeg weleens: op de terugvlucht zit ik alweer naar de volgende gelegenheid te kijken. Al maken we er niet altijd gebruik van. We willen heel Spanje verkennen en het is een groot land. Daar valt nog genoeg te ontdekken. We zijn ook niet echt strandmensen. Doe mij maar een gezellig Spaans stadje, tapasje en historie. We zijn sowieso gek op reizen en dat hoeft niet per se naar Spanje. Duitsland, Frankrijk of Tsjechië. Maar het mag ook gewoon in Nederland. Friesland bijvoorbeeld.’
Hoe is je Spaans?
‘Een beetje zoals m’n Nederlands. Anders dan anderen heb ik het Spaans niet van een cursus of opleiding geleerd, maar van mijn Andalusische schoonfamilie. Ik praat dus Spaans met een sterk Andalusisch accent. Een beetje Twents Spaans. Ik heb daardoor ook moeite om TV-Spaans te verstaan. Maar in Andalusië is het natuurlijk wel handig, haha.’
Maar geen plannen om definitief die kant op te gaan?
‘Nou, daar denken we zeker wel over na. Ik werk 31 jaar bij de UT, maar we moeten nog een paar jaartjes tot ons pensioen. We willen eigenlijk eerst een proefperiode van een paar maanden of een jaar daar wonen. Kijken hoe dat bevalt en dan definitief de overstap wagen. Onze twee zoons van 25 en 29 wonen nu nog thuis bij ons in Ootmarsum. Dat is heel gezellig, maar die willen ook wel een keer de deur uit. Als dat zover is, al is dat niet makkelijk in deze tijd, kunnen we wat proberen.’
Je werkt hier alweer 31 jaar, zeg je. Hoe kwam je op de UT terecht?
‘Ik was ooit intercedente bij een uitzendbureau dat plaatsingen op de UT verzorgde. Toen het daar krap werd, vroeg ik of ze bij de UT geen baan voor me hadden. Ik kwam als secretaresse voor de boekingen van ruimtes binnen de Vrijhof, dat werkte in die tijd nog helemaal anders als nu. Toen de vorige coördinator cultuureducatie met pensioen ging, dacht ik: ‘Dat lijkt me wel wat.’ Nu werk ik alweer twintig jaar in deze positie. Eerlijk gezegd had ik zelf eigenlijk helemaal niet zoveel met cultuur, haha.’
Is dat veranderd?
‘Ja, behoorlijk. Nu zie ik: iedereen heeft wel iets met cultuur. Op wat voor manier dan ook. Muziek maken of alleen luisteren, tekenen en schilderen, dans… Het brengt mensen bij elkaar en laat je jezelf uiten als mens. Dat vind ik er ook zo mooi aan. Als studenten hier net komen, zijn ze vaak nog een beetje schuchter. Maar als je ze dan een paar maanden later op een podium ziet stralen, ja daar gaat het eigenlijk om.’
Doe je zelf iets cultureels?
‘Schilderen of zingen is aan mij niet besteed. Ik ben vooral creatief in mijn werk en vind altijd wel weer ergens een oplossing voor. Maar bij wandelen en reizen kom je ook weer met andere culturen in aanraking. Wel ben ik geïnteresseerd in van alles. In Ootmarsum organiseren ze veel rondom kunst, daar ben ik weleens bij. Misschien dat er na mijn pensioen meer tijd is om mee te helpen organiseren. Maar ik blijf liever op de achtergrond. Carnaval, of de traditie van het Vlöggeln, daar geniet ik van.’
Je bent van de tradities?
‘Ja, die zijn belangrijk. Ze brengen mensen samen. Het geeft een gevoel van geborgenheid, van ergens bij horen. Identiteit. Van ‘zo doen wij dat hier’. Dat geeft houvast. Zeker in deze tijden waarin mensen steeds individualistischer worden, zie je ook veel meer vereenzaming. Dan is het fijn dat je weet dat er een sociaal gebeuren is waar het er om draait dat je dingen samen doet. Je hebt in Ootmarsum bijvoorbeeld de Koale Kermis. Die stelt qua evenement eigenlijk niet zoveel voor, maar het gaat vooral om het sociale ervan. Mensen die al jaren ergens anders wonen komen er toch even voor terug om mensen van vroeger weer eens te spreken.’
Moet de UT rituelen invoeren?
‘Die hebben we natuurlijk al, bijvoorbeeld de Opening Academisch Jaar en de Kick-In. Maar er kan nog wel een feestje bij. Ik heb weleens zitten denken aan een UT-cultuurfestival, waar studenten en medewerkers informeel samenkomen. Daar kunnen lokale artiesten zich laten zien en ook studenten en verenigingen een show opvoeren. Voeg er een sportief onderdeel aan toe en je bouwt teamgeest en saamhorigheid.’
Wat is je levensmotto?
‘Ik hoorde pas een hele mooie, volgens mij is ‘ie van Einstein: ‘Creativiteit is besmettelijk. Geef het door.’