Zijn we nog wel goed bezig?

| Gert Brinkman

De Keuzegids Universiteiten 2015 is uit en Twente staat praktisch onderaan in de ranking. In het hoofdstuk Beste universiteiten, worden dit jaar ‘Verschuivingen in het peloton’ geconstateerd. Welke verschuivingen dat zijn, wordt met een enkel citaat uit dit pittige hoofdstukje duidelijk: ‘Delft stond jarenlang onderaan in dit rijtje specialistische universiteiten, maar passeert nu Twente. Een vergelijking met eerdere jaren en een blik op de scores per vakgebied laten zien dat Delft dit niet aan zichzelf te danken heeft. Nog steeds zijn de studenten bij veel studies net wat minder tevreden dan het landelijk gemiddelde. Het verschil met de afgelopen jaren is dat Twente een inzinking doormaakt ‘. Zo, die zit.

In de uitleg volgt een stukje met uitspraken als: ‘onvrede bij studenten’, culminerend in: ‘Alles bij elkaar lijkt in Enschede de studiedruk recent opgevoerd op een manier waar studenten flink last van hebben – en die ook wel tot een schoolser sfeertje leidt’. Voordat iemand gaat roepen ‘aanloopproblemen TOM’, even het volgende . Over studiedruk kan bijvoorbeeld de EUR ook wat vertellen: een BSA van 60EC, en zij scoort echt 10 punten hoger dan de UT. Lees het citaat goed: ‘de manier waarop’. Dat doet de EUR kennelijk beter dan de UT.

Twee studies boven de 70

De keuzegids lijkt de pijn enigszins te willen verzachten, maar slaagt daar niet echt in: ‘Wat is daar in Enschede dan precies aan de hand? Met de bèta- of techniekstudies eigenlijk niet zoveel: ze krijgen wel wat minder waardering dan vorig jaar, maar scoren nog altijd beter dan in Delft’ (waar precies daarvoor nog beweerd werd dat Delft niet beter is geworden, maar Twente zoveel slechter!). Het punt is dus dat je je niet moet meten met iets dat niet goed genoeg is, maar met iets dat deugt. Daarbij is het nog een puzzling statement ook, want als je even goed in de gids kijkt, zie je dat er menig technische studie is die in Delft beter scoort dan Twente.

De echte optelsom volgt echter nog: van de acht ‘overige universiteiten’ (dat is minus de zes ‘klassieke universiteiten), bungelt Twente gewoon overtuigend onderaan. Trouwens, ook als je de klassieke universiteiten meetelt wordt het eigenlijk niet beter: alleen UvA en VU doen het nog slechter, maar ja, die twee drijven op een studentenaanbod waar Twente alleen maar van kan dromen. Ergo, Twente moet zich met de VU en UvA op geen enkele manier willen vergelijken.

Laten we eens kijken waar we ons wél mee moeten meten, Eindhoven. Een beetje universiteit, klassiek of niet, heeft gewoon minstens vijf studies die ++ scoort in de bandbreedte van de keuzegids (-- = pakweg score 36, tot ++ = pakweg score 76 en hoger), waaronder een paar in de range 80 of hoger. Ja, u voelt hem al aankomen, Twente redt dat absoluut niet met slechts twee studies boven de 70, maar niet hoger dan 80 (ST en TN). En dan nog legt onze topopleiding TN het af tegen Eindhoven.

Geef opleiding vrijheid

Aan eenieder die de rapportages uit de Keuzegids wil bagatelliseren of dood relativeren, bevelen wij het volgende citaat aan uit het voorwoord van dezelfde gids, inclusief remedie: ‘Natuurlijk zijn niet alle opleiders dolblij met de feiten en oordelen in de Keuzegids. […] Maar slimme bestuurders schelden niet op de boodschapper. […] Als er iets mis is kan je het maar beter weten – om er vervolgens wat aan te doen.’

Precies, we moeten wat doen, want we zijn niet langer goed bezig. Wat ons betreft is de oplossingsrichting simpel: geef opleidingen de vrijheidsgraden terug om hun opleiding in te richten, dus niet opgelegd vanuit centraal. Als dat betekent, zonder TOM, of anders dan TOM, het zij zo.

Gert Brinkman

Namens de PvdUT-fractie in de UR

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.