Wat moet ik me voorstellen bij deze ‘Research and Innovation Strategy’?
Zie het als een blauwdruk voor hoe de universiteit de komende jaren aan onderzoek en innovatie wil doen. Daarbij gaat de universiteit niet op de stoel van de individuele wetenschapper zitten. Het is een wat abstract document dat in grote lijnen vertelt wat we doen als universiteit, hoe we dat doen en waarom we dat doen.
Concreet stelt de UT drie doelen vast voor 2030:
- Het ‘vergroten van maatschappelijke relevantie door (trans)disciplinair onderzoek en innovatie-excellentie binnen onze vier impactdomeinen’.
- Onderwijs, onderzoek, innovatie en een leven lang leren zijn met elkaar verbonden.
- In 2030 is ‘Team UT’ toegerust om samen te werken en zich te ontwikkelen, in verbinding met de maatschappij. Dat wel met aandacht voor talent – in het bijzonder promovendi en EngD-kandidaten.
Waarom is zo’n strategie nodig?
Een gewetensvraag die je bij veel beleidsdocumenten kunt stellen. Dit is een update van de onderzoeksstrategie die de UT in 2020 uitrolde tot en met 2030. Het actualiseren is nodig, omdat de UT moet meebewegen met geopolitieke en financiële ontwikkelingen. Het document zelf spreekt van een ‘veranderlijke, onzekere, complexe en ambigue wereld waar de UT zich in begeeft’.
Bovendien: de universiteit stond de afgelopen vijf jaar niet stil. Andere plannen uit die oude strategie zijn ofwel afgerond, afgeschoten of ingehaald door de realiteit. Heel concreet: het opzetten van een stevige dienst Strategic Business Development, dat was in 2020 al een feit. Een ander concreet voorbeeld: richting 2020 sprak de universiteit nog over vijf onderzoeksthema’s. Inmiddels hebben we vier zogeheten impactdomeinen: gezondheid, klimaat, chiptechnologie en safety & security.
Wat betekent dat voor mij als UT-medewerker?
In principe niet heel veel. Althans, het wordt niet van je verwacht dat je van de ene op de andere dag radicaal anders gaat werken. Zulke documenten zijn vaak een voorbode van een ietwat stille verschuiving in de (werk)cultuur. Om een voorbeeld te noemen: het document legt veel nadruk op ‘team science’ en minder op de successen van het individu. Ook is er expliciet aandacht voor de implementatie van het erkennen en waarderen-gedachtegoed. Allebei bewegingen waar de UT toch al mee bezig was.
Maar ga ik wel concreet veranderingen voelen?
Zeker wel, maar dan meer ‘sluipenderwijs’. Het is een strategie die de opmaat vormt voor andere strategieën, stukken en beleidswijzigingen, zo moet je het lezen. In 2026 wil de UT bijvoorbeeld een strategie hebben voor het aantrekken en behouden van talent, eentje voor externe en interne prijzen, eentje voor open science, een beleid voor kennisveiligheid en een commissie voor gevoelige samenwerkingen. Een heel concreet getal: 80 procent van alle ‘principal investigators’ – in principe iedereen van universitair docent tot hoogleraar – committeert zich per 2030 aan het werken binnen de impactdomeinen.
Wat kan ik verder verwachten?
Ongetwijfeld komt de kern van deze strategie terug in het institutioneel plan waar de UT aan werkt. En zo worden meer ontwikkelingen in beweging gezet. Onder aansporing van de universiteitsraad is expliciet aandacht voor een talentprogramma voor promovendi en EngD-kandidaten, ook om hun trajecten eerder af te ronden. En er komt in lijn met deze strategie ook nog een ‘Research and Innovation Charter’ aan. Die omvat uniforme regels voor projectacquisitie, uitgaven en samenwerkingsafspraken waar wetenschappers, ondersteuners en managers zich aan moeten committeren.
Dus, net als dit document: niet ineens superingrijpend of -verrassend, maar wel degelijk een ontwikkeling die de komende jaren de manier van werken doet verschuiven.
