De Europese Onderzoeksraad (ERC) heeft voor 761 miljoen euro aan starting grants toegekend. Van de 3.928 onderzoeksaanvragen werden er 478 (12,2 procent) gehonoreerd.
De meeste beurzen gaan naar Duitsland (99) en het Verenigd Koninkrijk (60). Nederland is nummer drie met 44 toekenningen. Grote landen als Frankrijk (41), Italië (30) en Spanje (28) slepen minder beurzen in de wacht.
De UT staat niet in het rijtje van 44 Nederlandse toekenningen. In Nederland gaan de meeste toekenningen naar onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam, de Universiteit Utrecht, de TU Delft en de Rijksuniversiteit Groningen. Van hen hebben er 16 de Nederlandse nationaliteit en zijn er 28 international, laat de ERC desgevraagd weten.
Nog eens negen Nederlandse winnaars zijn verbonden aan buitenlandse kennisinstellingen. Met in totaal 25 beurswinnaars staan de Nederlanders zesde in het ‘nationaliteitenlijstje’, achter de Duitsers (87 beurzen), Italianen (55), Fransen (33), Britten en Spanjaarden (32).
Zwitserland
Er gaan 35 beurzen naar Zwitserland. Dit land mocht een aantal jaren niet meedoen met het Europese onderzoeksprogramma nadat onderhandelingen met de EU over vrijhandel en migratie waren stukgelopen. Maar naar verwachting haken de Zwitsers dit jaar weer aan. Lukt dat toch niet op tijd, dan krijgen de in Zwitserland gestationeerde wetenschappers alleen een beurs als ze overstappen naar een gastinstelling in een EU-lidstaat of een aangesloten land. De verdeling van de beurzen kan dus nog veranderen.
Drieduizend nieuwe banen
De starting grants zijn bedoeld voor gepromoveerde wetenschappers aan het begin van hun wetenschappelijke carrière. Met de beurs kunnen ze een eigen team opzetten en vijf jaar aan onderzoek besteden. De ERC verwacht dat er dankzij de beurzen ruim drieduizend mensen aan de slag kunnen.