‘Universiteit is geen koekjesfabriek’

| Rense Kuipers

UT’ers Jörgen Svensson, Janneke Hoedemaekers en Wilfred van der Wiel gaan donderdagavond in debat bij een bijeenkomst georganiseerd door de SP. Het onderwerp: een nieuwe democratische universiteit.

Photo by: eric brinkhorst

Volgens de politieke partij, die de bijeenkomst houdt in de Bibliotheek Enschede, staat de wetenschap onder druk. De partij vindt dat de overheid te weinig en te selectief investeert en dat universiteiten daardoor steeds afhankelijker worden van het bedrijfsleven. Dat zou de onafhankelijkheid van wetenschappers in het geding brengen.

‘Samenwerking, geen opdracht’

Hoedemaekers, technisch en commercieel directeur van MESA+, benadrukt het belang dat bedrijven in meer of mindere mate betrokken zijn bij het financieren van onderzoek. ‘Kijk naar het onderzoeksproject dat Océ financiert. Dat is een samenwerking waar bijvoorbeeld ook de stichting FOM bij betrokken is. Ik zie het dus meer als samenwerking, niet als een vraag van een bedrijf waar wij antwoord op moeten geven.’

Daarnaast zit er volgens Hoedemaekers verschil in fundamenteel en toegepast onderzoek. ‘Toegepast onderzoek lijkt misschien wel beïnvloedbaarder door het bedrijfsleven, maar tegelijkertijd: de wetenschap laat zich niet sturen. Kijk maar naar hoe het internet is ontstaan; dat ontstond ook niet uit een opdracht van een bedrijf. Voor ons is het belangrijk dat we gezamenlijk roadmaps ontwikkelen, waarin technologische uitdagingen benoemd worden, zodat we hier samen aan kunnen werken.’

Vrijheid

Daarnaast benoemt Hoedemaekers de mix aan overheidsinvesteringen in onderzoek, waarbij nationaal en internationaal zeker ook aandacht is voor persoonlijke grants met veel vrijheid. Onderzoekers worden hierin mogelijk gevoed door maatschappelijke vraagstukken zoals de Nationale Wetenschapsagenda.

Dan nog is de ‘bemoeienis’ van bedrijven volgens Hoedemaekers niet zozeer een negatieve trend: ‘Bedrijven zijn deels afhankelijk van de universiteit, onder andere voor hun eigen research & development-afdeling. Wij kunnen als universiteit mensen opleiden die verder een rol kunnen spelen in het bedrijfsleven.’

Scheidsrechter

‘Ik voel me redelijk vrij om mijn eigen wetenschappelijke koers uit te zetten’, antwoordt hoogleraar nano-elektronica Wilfred van der Wiel op de vraag of hij zichzelf een onafhankelijke wetenschapper vindt. ‘Wij doen fundamenteel onderzoek binnen de exacte wetenschappen. Dan heb je de natuur als scheidsrechter.’

Van der Wiel vervolgt: ‘Daarnaast heb je als wetenschapper een enorme verantwoordelijkheid om – zelfs als je een bedrijf verder wil helpen – resultaten niet rooskleuriger voor te spiegelen. De mensen met wie we contact hebben in het bedrijfsleven hebben zelf vaak een wetenschappelijke achtergrond, dus die staan er net zoals wij in.’

Zonnebloem

Tegelijkertijd geeft het huidige financieringsklimaat ook bij hem een dubbel gevoel. ‘Zoals een zonnebloem richting de zon draait, zo draaien wij als wetenschappers naar de financiering, als er veel geld vrijkomt. Iedereen probeert een graantje mee te pikken.’

‘Tegelijkertijd moet je je steeds meer aanpassen aan bepaalde templates die worden bedacht en voorwaarden die daarbinnen passen, ook al op Europees niveau’, vertelt Van der Wiel. ‘Er komt zo ontzettend veel goed bedoelde rompslomp aan te pas, wat weer direct ten koste gaat van onderzoek. Het wordt steeds meer een soort spelletje dan dat het iets met onderzoek te maken heeft, terwijl heel veel voorstellen gewoon echt heel goed zijn het niet halen.’

‘Geld moet netjes verdeeld worden, zeker als het gaat om belastinggeld’, zegt Van der Wiel. ‘Juist daarom moet er efficiënt mee om worden gegaan.’

Koekjesfabriek

Verder wijst Van der Wiel op het steeds bedrijfsmatigere bestuur van Nederlandse universiteiten, ook een van de aandachtspunten van de SP. ‘Je mag best proberen efficiënt om te gaan met middelen, maar een universiteit is niet hetzelfde als een koekjesfabriek. Je belangrijkste product is een opgeleide student; een hoogwaardig opgeleid en kritisch denkend iemand. Die moet je vrijheid bieden.’

Van der Wiel besluit: ‘De medezeggenschap moet meer invloed krijgen en een college van bestuur moet tegelijkertijd de vrijheid hebben om slagvaardig te zijn, zonder te veel afgeremd te worden.’ Van der Wiel pleit daarom voor de gulden middenweg, maar ook die is open tot interpretatie, zegt hijzelf. Misschien dat de debatavond hem zal helpen.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.