Gemeenten netwerken nog niet optimaal

| Kitty van Gerven

In een tijd waarin gemeenten zich voor allerlei nieuwe taken geplaatst zien, valt er veel profijt te halen uit het ‘verknopen’ van de regionale netwerken waarin gemeenten participeren. Dit gebeurt echter nog niet op grote schaal, concludeert UT-promovenda Esther Klaster.

Veel gemeenten blijken in de praktijk te klein om alle nieuwe taken op het gebied van zorg, participatie en jeugd efficiënt uit te voeren. Daarom zoeken zij samenwerking met elkaar in regionale netwerken. Veel van deze netwerken overlappen elkaar evenwel, zodat medewerkers van de deelnemende organisaties elkaar in telkens verschillende netwerksettingen tegenkomen.

Regionaal meta-netwerk

Door nu deze netwerken te ‘verknopen’ tot een, wat Klaster noemt, ‘regionaal meta-netwerk’ valt er veel winst te behalen voor zowel de organisaties als de burgers. Immers, hierdoor kunnen allerlei voorzieningen van afzonderlijke projecten worden gecombineerd. Zo kan er bijvoorbeeld één loket worden geopend voor meerdere doelgroepen, of kunnen coaches voor jongeren die dreigen uit te vallen ook worden ingezet voor jongeren die al werkloos thuis zitten.

‘Als het Rijk en de regionale partijen de bestaande regionale netwerken beter benutten, kunnen nieuwe projecten sneller worden opgestart, doordat deze voortbouwen op bestaande vertrouwensrelaties’, legt Klaster uit. ‘Bovendien kunnen er betere resultaten worden geboekt.’

Eigen regels

Dat gebeurt momenteel nog onvoldoende, vindt de promovenda, die voor haar proefschrift dertien netwerken in vier verschillende regio’s onderzocht. Dat komt vooral doordat elk project zijn eigen financiering en regels kent. Om die reden is het belangrijk dat beleid vanuit verschillende ministeries en directies goed op elkaar wordt afgestemd. Uit vier casestudies, die Klaster bij het Rijk uitvoerde, bleek dat dat nog niet zo simpel is.

Een goede afstemming van beleid wordt nogal eens belemmerd door een gebrek aan stimulans voor directeuren en beleidsmedewerkers om over de grenzen van hun eigen directie heen te denken en te werken. En dat heeft volgens Klaster alles te maken met de houding van de politiek.

‘Zolang politici scoren op hun eigen portefeuille belangrijker vinden dan het maken van goed afgestemd, integraal beleid voor burgers en organisaties, missen directeuren en beleidsmakers de stimulans om écht samenwerking te zoeken met collega’s van andere directies en departementen’, aldus Klaster in haar proefschrift Toward more effective regional networks, waarop ze donderdag 17 december aan het Institute for Innovation and Governance Studies (faculteit BMS) hoopt te promoveren.

Regionaal budget

In haar proefschrift pleit Klaster voor het experimenteren met een breder, regionaal budget, waarbij partijen die deel uitmaken van de regionale meta-netwerken zelf kunnen bepalen welke issues in hun regio prioriteit hebben. Een dergelijke vorm van zelfbeschikking van de meta-netwerken zou ook de wrijving tussen departementen doen afnemen, verwacht Klaster, die als adviseur werkzaam is bij B&A. In die functie helpt zij publieke organisaties bij het ontwikkelen en verbeteren van beleid op het sociaal domein, waaronder onderwijs, arbeidsmarkt en welzijn. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen, PricewaterhouseCoopers en de Universiteit Twente.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.