Spaargeld voor stageplekken
Kandidaat: Jeffrey Rouwenhorst (22)
Studie: master bestuurskunde
Partij: Lokaal Overijssel, plek 4
Politieke ervaring: Drie jaar actief voor Leefbaar Haaksbergen, waarvan het laatste jaar als gemeenteraadslid.
‘Ik vind het belangrijk om jongeren te vertegenwoordigen, ze een stem te geven. Na de waterschappen is de provincie het minst sexy als het om politiek gaat. Maar het is wel belangrijk daar te zijn als jongere. De provincie gaat bijvoorbeeld over het openbaar vervoer, en investeert in de regionale economie, ook in Kennispark en de UT.
Mijn speerpunten zijn: glasvezel aanleggen in het buitengebied en de werkgelegenheid in Twente stimuleren. De provincie heeft veel spaargeld. Die budgetten moeten worden vrijgemaakt voor de burger, bijvoorbeeld voor stageplekken in het bedrijfsleven.
Verder vind ik het belangrijk dat er meer ruimte komt voor jongeren om start-ups op te zetten. De UT kent vooral technische spin-offs maar de provincie kan ook ondernemers stimuleren webshops te beginnen zoals Zalando.’
Provincie raakt je elke dag
Kandidaat: Ruben Kijk in de Vegte (24)
Studie: master European studies
Partij: D66, plek 4
Politieke ervaring: Voerde campagne voor de afgelopen verkiezingen voor Europees Parlement en gemeenteraad, en was actief in het Twentse bestuur van de Jonge Democraten
‘Onder de noemer “D66 zkt Kamer” gaan we langs studentenhuizen om met studenten te praten over hun provincie. Een landelijke actie, maar in Overijssel loopt het helaas nog niet echt storm. Ik vind het belangrijk dat jongeren politiek vertegenwoordigd worden. De provincie is een interessante tussenlaag waar je weinig van hoort, maar die je toch elke dag raakt.
Op veel onderwerpen oefent de provincie invloed uit: energie, windmolens, werkgelegenheid. Ook op de aansluiting van studenten op de arbeidsmarkt. En openbaar vervoer is echt een provincie-thema. We moeten kijken hoe je met de huidige middelen manieren kunt vinden om ook de kleine kernen bereikbaar te houden. Voor studenten gaat dit ook over de bereikbaarheid van de UT.’
Meer treinen Zwolle-Enschede
Kandidaat: Leendert Verboom (25)
Studie: bachelor technische bedrijfskunde
Partij: SGP, plek 12
Politieke ervaring: Een jaar of zes secretaris van de jongerenvereniging van de SGP en ook kandidaat bij de vorige provinciale verkiezingen in 2011.
‘Vervoer en bereikbaarheid zijn voor mij erg belangrijk. De spoorverbinding tussen Enschede en Zwolle moet beter: er moeten meer treinen rijden, en nieuwere. Als studenten straks een studielening krijgen, groeit de kans dat ze thuis blijven wonen. Een goede verbinding wordt alleen maar belangrijker.
Een andere taak van de provincie is het creëren van een goed ondernemersklimaat en voldoende werkgelegenheid. Naar mijn idee kan de samenwerking tussen het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen beter. Opleidingen moeten meer gestuurd worden op de behoefte van bedrijven. Je wilt geen studies die opleiden voor een sector waar nauwelijks passend werk is. Wat dat betreft zitten we in Twente met veel technische opleidingen natuurlijk beste goed, maar de provincie kan meer doen, bijvoorbeeld door startende ondernemers meer te ondersteunen.’
Zonnepanelen op studentenhuizen
Kandidaat: Mark Paalman (29)
Studie: master bestuurskunde
Partij: PvdA, plek 9
Politieke ervaring: Twee periodes gemeenteraadslid in Hellendoorn en onder andere lid van het gewestelijk bestuur van de partij.
‘Voor mijn studie bestuurskunde heb ik milieutechniek gestudeerd. Ik ben erg geïnteresseerd in milieu, landschap en energie, allemaal onderwerpen die op de agenda van de provincie staan.
Duurzame energie is hét sociaaldemocratische vraagstuk van dit moment. Je energierekening kan omlaag door te investeren in energiebesparende maatregelen, zoals zonnepanelen. Voor mensen die het minder hebben is zo’n investering echter vaak te groot. Ik wil meewerken aan maatregelen waardoor ook zij zonnepanelen kunnen aanschaffen. En misschien wordt zonne-energie dan ook voor studentenhuizen interessant.
Ook het openbaar vervoer valt onder de provincie. Het is belangrijk voor studenten die in kleine kernen wonen dat er een busverbinding blijft bestaan. Misschien is een uurdienst niet overal rendabel, maar ik vind dat we moeten kijken dat er op piekuren een bus blijft rijden.’
