Bussemaker: ‘Universiteit is geen bedrijf’

Minister Bussemaker reageert op alle onrust in het hoger onderwijs. Ze gaat kwetsbare talenstudies beter beschermen, belooft ze. Maar hoe verdedigt ze zich tegen het verwijt van rendementsdenken?

Door het hele land gaan studenten deze week in debat of protesteren ze tegen het bestuur van hun onderwijsinstelling. Binnenkort praat de Tweede Kamer over de Maagdenhuisbezetting en de ideeën van de protesterende studenten.

Bussemaker heeft dinsdag een brief aan de Tweede Kamer gestuurd. Daarin is ze duidelijk over de kleine talen: die moeten beter beschermd worden. Ze heeft van de universiteiten de belofte gekregen dat Nederlands, Engels, Frans, Duits en klassieke talen op verschillende plaatsen in het land worden aangeboden. Chinees, Russisch, Spaans en Arabisch zullen aan minstens één universiteit behouden blijven.

Verder zal Leiden talen van Latijns-Amerika, Afrika, het Midden-Oosten en Azië aanbieden, terwijl de overige universiteiten de rest van de wereld voor hun rekening nemen. Welke talen ze eruit pikken? Dat is aan de instellingen. En misschien worden de studies onderdeel van een bredere studie, zolang het eindniveau maar hetzelfde is als bij een zelfstandige opleiding.

Overigens eist Bussemaker geen veto op. Een universiteit mag zelf keuzes maken en kan, na overleg met andere instellingen, voet bij stuk houden en een kleine opleiding sluiten.

Rendementsdenken

Over het rendementsdenken waar de studenten zich tegen verzetten, zegt Bussemaker minder, maar één ding wil ze in haar brief beslist duidelijk maken: ‘Een universiteit is geen bedrijf. Studiesucces is niet hetzelfde als zo snel mogelijk afstuderen. Studenten moeten de ruimte hebben zich breed te ontwikkelen tot kritische en creatieve denkers.’

Ze wijst erop dat de bekostiging van universiteiten en hogescholen sinds enkele jaren veel minder dan vroeger afhangt van het aantal uitgereikte diploma’s. En de prestatieafspraken met universiteiten en hogescholen – die zeven procent van hun totale bekostiging betreffen – zijn maar voor een derde deel afhankelijk van studiesucces: twee derde gaat over kwaliteitsaspecten als contacturen, studenttevredenheid en de scholing van docenten. En die prestatieafspraken zijn alleen maar een experiment. Er komen in 2018 nieuwe afspraken, die bovendien kwaliteitsafspraken heten. En daar moeten medezeggenschap, studenten en docenten bij betrokken worden.

Afvinklijstje medezeggenschap

Wel moet er volgens de minister iets gebeuren aan de bestuurscultuur van universiteiten. De wettelijke minimumeisen voor medezeggenschap ‘worden in de praktijk wel eens als maximum of als afvinklijstje gehanteerd’ aldus Bussemaker, ‘terwijl er juist ruimte voor instellingen is om meer te doen wanneer dat voor die instelling passend is.’

Maar het zal tijd kosten. ‘Cultuurveranderingen zijn niet binnen een paar weken gerealiseerd’, stelt ze.

SP: fopspeen

SP-Kamerlid Jasper van Dijk noemt de brief van Bussemaker een fopspeen van jewelste. ‘We lezen in haar brief allemaal zorgzame woorden over de kleine talenstudies’, sneert hij. ‘Maar toen ik in 2012 een motie indiende om die kleine studies te beschermen, vond ze het allemaal maar flauwekul. Nou ja, beter laat dan nooit.’

Bussemakers woorden over het rendementsdenken kunnen evenmin op Van Dijks goedkeuring rekenen. ‘Als ze werkelijk niet wil dat onderwijsinstellingen op rendement worden afgerekend – en dat gebeurt nu toch, al is het maar voor een deel – dan kan ze gewoon stoppen met die prestatieafspraken. Waarom niet, als we ze bij nader inzien niet goed vinden? Het is maar een experiment. We hoeven toch niet te wachten tot 2018, als er nieuwe afspraken worden gemaakt? Zij doet het niet, dus de Tweede Kamer is nu aan zet.’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.