De spanning liep vanmorgen hoog op in de Horsttoren tijdens de overlegvergadering van de universiteitsraad met het college van bestuur. Het was de tweede keer dat de raad zich uitsprak tegen de vorming van een ‘clusterbestuur’, waarin de onderwijsdirecteur het hoofd is van een cluster en verantwoordelijk voor het bewaken van de kwaliteit en samenhang van de verschillende bachelors. Een opleidingsdirecteur draagt de verantwoordelijkheid voor de inhoud en eindtermen van de opleiding. De URaad vreest voor conflicterende belangen, en vindt bovendien een clusterbestuur én de vorming van een faculteitsbestuur teveel van het goede. Dat zou de eenduidigheid niet ten goede komen.
Brinksma zei allerminst overtuigd te zijn door deze argumenten. ‘Besturing op clusterniveau is juist noodzakelijk om TOM te kunnen laten slagen.’ De rector zei ook teleurgesteld te zijn in de procedure. De afgelopen maand werd aan een herzien voorstel gewerkt en bovendien werden tussen de rector en portefeuillehouders onderwijs van de Uraad extra bijeenkomsten belegd om over de clusterbesturen te spreken. ‘Ik heb persoonlijk mijn nek uitgestoken. Waarom zijn de bezwaren in eerdere besprekingen niet kenbaar gemaakt? Naar nu blijkt, zijn dat nutteloze exercities geweest.’ Collegevoorzitter Flierman noemde het zelfs ‘beschamend’ dat de stellingname van de raad de afgelopen weken niet eerder is uitgesproken.
CC-raadslid Gert Brinkman zei dat het ‘bloedlink’ is om in kleine clubjes – buiten de overlegvergadering om – dit soort zaken te bespreken, terwijl Flierman zei het juist ‘doodnormaal’ is dat in kleine delegaties met elkaar naar problemen wordt gekeken.
Na een schorsing liet het college van bestuur weten dat zij op 8 mei de kwestie opnieuw op de agenda willen. ‘We hopen dat we daarna op korte termijn een heldere uitspraak van de raad kunnen krijgen.’