Nieuwe cijfers: minder eerstejaars dan gedacht

| Redactie

Hoe groot is die vloedgolf van eerstejaars studenten aan de universiteiten nu precies? De groei van de instroom is geen 25 procent, geen 12,5 procent en zelfs geen 11,2 procent. Waarschijnlijk is 8,9 procent een betere schatting.

De cijfers van universiteitenvereniging VSNU zijn dit jaar niet bijzonder hard. Als we de tabellen moeten geloven, kreeg de Universiteit Maastricht 37 procent meer studenten dan vorig jaar: van minder dan drieduizend naar meer dan vierduizend nieuwe studenten. Maar navraag leert dat dit niet klopt.

In werkelijkheid trok Maastricht zo’n zeven procent meer eerstejaars studenten. In de tabellen van de VSNU staan nog voorlopige aanmeldingen, die niet allemaal tot werkelijke inschrijvingen hebben geleid. “We hebben een nieuw ict-systeem in gebruik genomen”, zegt An Spaas, directeur van het Studenten Service Center. “Daardoor klopte het niet meer helemaal.”

Dit heeft ook invloed op het landelijke cijfer. Afgelopen zomer waarschuwden de universiteiten dat er misschien wel 25 procent meer eerstejaars zouden komen. Ze wisten dat die voorspelling niet zo hard was, maar waren toch bang dat ze met een vloedgolf te kampen zouden krijgen. Of Plasterk daar in zijn begroting rekening mee wilde houden. In december meldden ze een forse 12,5 procent groei, maar dat zwakte al af tot 11,2 procent in de cijfers die vorige week naar buiten kwamen.

Maar gecorrigeerd voor Maastricht zakt de landelijke toename van het aantal eerstejaars tot 8,9 procent, wat nog altijd aanzienlijk is: ruim twee keer de groei van vorig jaar. Uitschieters zijn de Universiteit van Amsterdam (18,2 procent), Wageningen (17,1 procent), Rotterdam (13,9 procent) en Groningen (11,4 procent).

Een deel van de groei viel te verwachten, gezien de bevolkingscijfers. In 2009 waren er meer 18-jarigen dan het jaar ervoor, volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Om precies te zijn: 4,2 procent meer. Bovendien gaan steeds meer jongeren studeren.

Het ministerie laat een extern bureau uitzoeken waar de groei van de studentenaantallen precies vandaan komt. Die analyse zou rond deze tijd verschijnen, maar komt waarschijnlijk pas in het voorjaar.

HOP, Bas Belleman

Instroom 1 oktober

2008

2009

Universiteit Leiden

2942

3161

7,4%

Universiteit Utrecht

5337

5694

6,7%

Rijksuniversiteit Groningen

4822

5372

11,4%

Erasmus Universiteit Rotterdam

3309

3770

13,9%

Universiteit Maastricht*

3041

3257

7,1%

Vrije Universiteit

3265

3396

4,0%

Radboud Universiteit Nijmegen

3310

3394

2,5%

Universiteit van Tilburg

1925

2014

4,6%

Technische Universiteit Delft

2533

2680

5,8%

Technische Universiteit Eindhoven

1327

1464

10,3%

Universiteit Twente

1287

1321

2,6%

Wageningen Universiteit

800

937

17,1%

Universiteit van Amsterdam

4912

5806

18,2%

Totaal

38810

42266

8,9%

* Maastrichtse cijfers: niet van VSNU, maar uit studentenadministratie

Bron: CBS

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.