Manuscript Einstein

| Redactie

De Utrechtse natuurkundestudent Rowdy Boeyink heeft in de Leidse universiteitsbibliotheek een manuscript van een beroemd artikel van Einstein uit 1924 teruggevonden. In het artikel beschrijft Einstein zijn laatste grote ontdekking, die uiteindelijk de Bose-Einstein-condensatie zou gaan heten. Einstein was destijds bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Leiden. Hij heeft het manuscript waarschijn

De Utrechtse natuurkundestudent Rowdy Boeyink heeft in de Leidse universiteitsbibliotheek een manuscript van een beroemd artikel van Einstein uit 1924 teruggevonden.

In het artikel beschrijft Einstein zijn laatste grote ontdekking, die uiteindelijk de Bose-Einstein-condensatie zou gaan heten. Einstein was destijds bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Leiden. Hij heeft het manuscript waarschijnlijk laten liggen bij zijn collega Paul Ehrenfest (1880-1933), over wie Boeyink een scriptie schrijft.

`Het Bose-Einstein-condensaat verschijnt bij zeer lage temperaturen in gassen', vertelt de Utrechtse natuurkundige en nobelprijswinnaar prof. dr. Gerard `t Hooft. `Een groep kleine deeltjes die de laagst mogelijke temperatuur bereiken, gaat zich als collectief gedragen. Het is alsof die deeltjes de handen ineenslaan. Ze trillen bijvoorbeeld precies gelijktijdig. Je zou daar zeer nauwkeurige klokken van kunnen maken.'

Het condensaat vertoont gedrag dat normaal gesproken alleen op molecuulniveau voorkomt. Pas in 1995 slaagden twee Amerikaanse onderzoekers erin zo'n condensaat te maken. In 2001 kregen zij daar de Nobelprijs voor.

Einstein (1879-1955) baseerde zijn ideeën op het werk van de Indiase natuurkundige Satyendranath Bose (1894-1974). Die kreeg zijn artikel nergens gepubliceerd en stuurde het naar Einstein. Het Duitse genie zag er wel iets in, breidde het uit en publiceerde het. Op de website www.ilorentz.org valt het manuscript in te zien.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.