Afgelopen week prijkte er een foto op Uw voorpagina van ijspret op de Campus, met in de hoofdrol het Moresgenootschap 'Ius Sanctus'. Toen ik deze naam zag, kon ik een kleine kreet van verbazing niet onderdrukken, maar 'Ius Sanctus' ('Het heilige recht') blijkt - ook volgens hun eigen website, www.ius.org - echt zo te heten. Wat is er nu zo vreemd aan deze naam?
Elk woordenboek Latijn kan ons vertellen dat ius geen mannelijk woord is (wat de uitgang -us van sanctus zou rechtvaardigen), maar een onzijdig. Het is vergelijkbaar met woorden als corpus en tempus, die eveneens op -us eindigen en toch onzijdig zijn. De vervoeging van ius gaat dus als ius, iuris, iuri, enz. De nominativus en accusativus meervoud eindigen op een -a (iura), wat het geslacht van ius eens te meer illustreert.
Ergo, het bijvoegelijk naamwoord sanctus slaat op een onzijdig woord en moet dus volgens de ijzeren wetten der Latijnse grammatica op -um eindigen: IUS SANCTUM.
Ik vind het nogal sneu voor de leden van het genootschap dat zij zich nu genoodzaakt zien hun naam te wijzigen (en daarmee tevens de opschriften op hun borden, spandoeken en voertuigen), maar ik hoop dat zij zich realiseren dat een naamsverandering hun de meewarige blikken bespaart van hen, die wel een beetje thuis zijn in de klassieke talen.
Met vriendelijke groet, prettige feestdagen, Rutger IJzermans