De nieuwe opleiding technische geneeskunde is deze week gestart met 53 eerstejaars. Daarmee is de vorming van een stevig medisch opleidingscluster aan de UT, zoals nagestreefd sinds de jaren zestig, nu ook fysiek een feit.
De via loting geplaatste 53 studenten beginnen aan de enige zesjarige opleiding die de UT rijk is. Na een driejarige bacheloropleiding is er keus uit vier driejarige masters, die opleiden tot het beroep van klinisch technoloog (in het Engels clinical technology). Onder die naam staat de opleiding in het landelijk register CROHO geregistreerd. De UT heeft echter, aldus rector Frans van Vught, formeel de toestemming van het ministerie om de naam technische geneeskunde te gebruiken. Om meer zicht te geven op het toekomstige werkveld van de nieuwe beroepsgroep startte de opleiding deze week met een vierdelige symposiumreeks, opgehangen aan de vier masterrichtingen waarmee de Twentse opleiding zich nationaal en internationaal wil profileren.
'Jullie beginnen aan iets wat zijn weerga niet kent,' sprak rector Frans van Vught de eerstejaars dinsdag toe tijdens de eerste plenaire bijeenkomst. 'Dit type opleiding zal de komende jaren van enorme invloed worden op de geneeskundige zorg en de maatschappelijke ontwikkelingen daaromheen,' aldus Van Vught. 'Amerikaanse universiteiten die voorop liepen bij het maken van combinaties tussen technische en medische wetenschappen, zoals Stanford en MIT, spelen nu op diverse fronten een vooraanstaande rol. Technisch geneeskundigen zijn de medici van de toekomst.'
Van Vught memoreerde tevens de moeizame ontstaansgeschiedenis van de opleiding, die zoals bekend van het ministerie geen reguliere artsen mag afleveren, zoals oorspronkelijk de bedoeling van de UT was. 'Het was een gevecht van jewelste, met ministers, de Tweede Kamer en collega-universiteiten. Ik ben er trots op dat we nu kunnen starten en dat een oude wens van deze universiteit in vervulling is gegaan.' Staatssecretaris Annette Nijs brengt in een van de komende weken een werkbezoek aan technische geneeskunde, kondigde Van Vught aan. De opleiding zal de komende tijd opereren vanuit het Paviljoen, waar tot voor kort het Facilitair Bedrijf in was gehuisvest.
Vervolgens konden de eerstejaars de rest van de dag snuffelen aan de TG-discipline 'Cellsignal & function control'. In hoog tempo werden diverse vakgebieden en de mogelijke toekomstige rol van klinisch technologen daarin gekenschetst. De Nijmeegse anesthesioloog prof.dr. G. Scheffer deed een oproep om een beter Patient DataManagement System te ontwerpen: een systeem dat alle signalen van alle patient-bewakingsapparatuur in een operatiekamer verzamelt en beschikbaar maakt voor de anesthesist. 'Het is verbazend hoe onhandig en klunzig die apparaten nu nog in elkaar zitten. De nieuwe van Philips komt in de richting, maar het ideale systeem bestaat nog lang niet.'
Ook dr. P. Cluitmans van de TUE hield de eerstejaars voor dat er op het gebied van de integratie van (ervarings)kennis van medisch specialisten en de beschikbare informatie uit meet- en bewakingsapparatuur nog heel veel werk te verrichten valt.
Of een informaticus dat niet beter kon doen, luidde een vraag uit de zaal. Nee, vond Cluitmans: 'Die spreken een andere taal, hebben een andere attitude en andere interesses. Voor dit soort werk zijn bruggenbouwers nodig tussen de technische en klinische wetenschappen.'
