Diverse universiteiten zijn de laatste tijd begonnen aan nieuwe samenwerkingprojecten met middelbare scholen. In het ene geval draait het om betere voorbereiding van scholieren op een studie, elders werken ook docenten uit vwo en wo met elkaar samen. Maar wat de projecten gemeen hebben, is dat men praktisch aan de slag gaat om de kloof in onderwijsaanpak en studiecultuur tussen school en universiteit wil verkleinen.
Het aanhalen van de banden met middelbare scholen hangt samen met de vernieuwing van de `tweede fase' in het voortgezet onderwijs. Die vernieuwing is tot nu toe vooral bekend is vanwege de vier profielen of vaste vakkenpakketten die vanaf 1998 worden ingevoerd. Voor de universiteiten net zo belangrijk is echter de nadruk die in de vernieuwingsplannen ligt op vaardigheden en zelfwerkzaamheid. De school moet een `studiehuis' worden, is het idee.
Juist bij dat laatste idee sluiten de nieuwe initiatieven vanuit universiteiten vaak aan, zo bleek afgelopen dinsdag op een studiemiddag van de VSNU. De universiteiten van Groningen, Amsterdam (UvA) en Utrecht, de drie die de samenwerking met het vwo tot nu toe het grootst hebben aangepakt, presenteerden er elk hun eerste ervaringen. Zo heeft Amsterdam met 26 scholen in de regio een `aansluitingsproject' opgezet. Daarin krijgt elke groep potentiële studenten (dus: 5 en 6 VWO) in twee jaar tijd vier keer een les van een universitaire docent, gevolgd door een bezoek aan de universiteit en een nabespreking op school. Op die manier hoopt men leerlingen beter voor te bereiden op de eisen die de universiteit stelt; dat moet ook tot een `beter gefundeerde' studiekeus leiden.
Net als in Amsterdam doen ook in het Groningse werkplaats- project (met 17 scholen) alle faculteiten mee. Er ligt meer nadruk op samenwerking tussen docenten in vwo en wo, maar de aanpak is veelvormiger. Zes scholen kregen aansluiting op het computernetwerk Ruggedraad. De bètafaculteit werkt met tien scholen samen om lesmateriaal voor practica te ontwikkelen. En bij de faculteit ruimtelijke wetenschappen biedt men zesdeklassers scriptiehulp. Vast element is ook hier de nadruk op vaardigheden en studiestijl.
In Utrecht zijn de gezamenlijke bètastudies de voortrekker met een netwerk van 23 scholen, waarin zowel docenten als leerlingen van het vwo een rol spelen. Maar het plan is om nu ook zoiets op te zetten voor de letteren en de sociale wetenschappen.
Behalve deze drie instellingen zijn ook enkele andere op bescheidener bezig de banden met het vwo aan te halen. Het meest concreet geldt dat voor Eindhoven, waar men vanuit drie techniekstudies contact heeft met docenten van 23 vwo-en diverse hbo-scholen om ervaringen met zelfwerkzaamheid van leerlingen/studenten uit te wisselen.
De nieuwe samenwerking blijkt in het algemeen prima te bevallen. En om de invoering van het `studiehuis' in het vwo straks goed te benutten zullen de universiteiten de contacten de komende tijd nog wel uitbreiden. De VSNU heeft daarom in september zelfs een `informatiecentrum' voor de aansluiting tussen vwo en wo geopend.