Faculteitsdekaan prof. dr. W.E. van der Linden wil eerst een 'analyse van de werkelijke bestuurlijke problemen' van de UT voordat wordt overgeschakeld op een nieuwe bestuursopzet. In dit standpunt wordt CT inmiddels actief gesteund door de faculteiten van EL en Toegepaste Wiskunde en de verwachting is dat meer faculteiten zullen volgen.
Het College van Bestuur lijkt zich echter niet veel gelegen te laten liggen aan de kritiek van de faculteiten. Het verwacht veel van de MUB, die in februari 1996 in de Tweede Kamer behandeld zal worden. Begin september stelde minister Ritzen de UT op de hoogte van zijn plannen en nauwelijks een maand later stelde het CvB al een tijdschema ('procedure vernieuwing bestuursorganisatie UT') vast.
Daarin worden de plannen van de minister alvast mondjesmaat concreet gemaakt. Ook wordt aangegeven dat belangrijke externe en interne kwesties met een nieuwe bestuursvorm beter opgelost kunnen worden. Zoals de dalende instroom van studenten, de grote landelijke concurrentie om de student, de veranderingen rond subsidiestromen, de gebrekkige synergie tussen de UT-faculteiten enz. Zelfs de 'slijtage van de campusformule', moet volgens het CvB op een nieuwe manier aangepakt worden.
Verstandig
CvB en faculteiten blijken al met al fundamenteel van mening te verschillen over wat van de bestuursvernieuwing verwacht mag worden en hoe op het wetsvoorstel van de minister gereageerd dient te worden. Het CvB koppelt de herziening van de bestuurlijke organisatie meteen aan een strategische herpositionering: problemen waar de universiteit voor staat, zouden met een slagvaardiger bestuur beter op te lossen zijn. Schutte vindt het 'verstandig' dat het CvB 'pro-actief in plaats van reactief' met de ontwerp-wet MUB omgaat.
De voortvarendheid van het CvB is te verklaren vanuit de huidige siutatie waarin nauwelijks greep kan worden gekregen op de, in de optiek van het CvB, al te autonome faculteiten. De universiteitsraad in zijn huidige vorm zal verdwijnen en vervangen worden door een ondernemingsraad of een medezeggenschapsraad, waardoor wordt ingeboet op directe inspraak. De faculteitsdekanen krijgen grote bestuurlijke en beheersverantwoordelijkheden ten koste van o.a. de faculteitsdirecteur, de vakgroepen verliezen binden in op zelfstandigheid en er komt een onderwijsdirecteur die de kwaliteit van het onderwijs in de gaten houdt. Ook zou er, volgens het wetsvoorstel, een externe raad moeten komen die het CvB, dat wordt omgevormd tot een soort directie, gaat controleren.
Te hard
Volgens CT-faculteitsdekaan Van der Linden, loopt het CvB te hard van stapel. Hij wil eerst een 'analyse van de werkelijke bestuurlijke problemen' van de UT alvorens wordt nagedacht over een andere structuur. Van der Linden: 'In het schrijven van het CvB wordt impliciet aangenomen dat een heleboel problemen met het huidige systeem niet op te lossen zijn. Dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Wij zijn niet tegen bestuurlijke vernieuwingen, maar het is nietzeker dat je met minder mensen vanzelf wel tot een krachtig bestuur komt. Je kunt ook zeggen dat de U-raad in de huidige situatie het CvB juist tot nadenken dwingt en vooraf kan behoeden voor vervelende fouten. Over een iets kleinschaliger bestuur valt met ons zeker te praten, maar eerst moeten we precies weten voor welke problemen we bestuurlijk staan. Het werk van de commissie Veltman had hier antwoord op moeten geven. Helaas is dat stukgelopen. Laten we dat werk eerst maar eens afmaken.'
Van der Linden vindt dat 'als de manier van werken die het CvB nu hanteert een afspiegeling moet zijn voor de toekomst, we ons kunnen afvragen of de voorgestelde veranderingen wel een verbetering inhouden'. In de oproep tot een uitgebreide probleem-analyse weet hij zich inmiddels, zoals gemeld, officieel gesteund door de faculteitsbesturen van Elektrotechniek en Toegepaste Wiskunde. EL 'stemt van harte in' met de aanbeveling om eerst over de wenselijkheid van de nieuwe bestuursorganisatie te bespreken alvorens over te gaan met de invoering ervan. Ook faculteitsdekaan prof. dr. A. Bagchi van TW is het daarmee eens.
Notitie
Het CvB op zijn beurt werkt aan een notitie voor de U-Raad. Pas daarna komt een 'eventueel antwoord' aan CT aan de orde. Schutte vindt weliswaar dat 'de UT-gemeenschap recht heeft op een analyse van de problemen', maar hij vindt het belangrijker dat de huidige problemen om actie vragen.
Schutte: 'Als CT dit niet zelf inziet bekruipt mij het gevoel dat het college zich wel eens terecht zorgen maakt over de toekomst van de instelling. Het ademt iets teveel de sfeer van 'het gaat toch goed allemaal'. En dat mag misschien nu het geval zijn, maar of dat over vijf of tien nog zo is, is maar de vraag. '
Egbert van Hattem
Prof. W. van der Linden (CT): ..CvB loopt te hard van stapel...
![]()