Volgens de concept-missie, die een 'lichte stilistische bewerking' heet van het oorspronkelijke advies van het CvD, mikt de UT primair op 'internationale topkwaliteit in technisch en maatschappijwetenschappelijk onderwijs en onderzoek', en 'een aantrekkelijk, hoogwaardig, studeerbaar onderwijsaanbod in brede wetenschappelijke opleidingen'.
De instelling wil deze doelen blijkens het concept allereerst bereiken door te streven naar 'wetenschappelijke opleidingen van zodanige vorm, dat de afgestudeerden een stevige basis hebben om hun kennis gedurende hun verdere carrière bij de tijd te houden. Daarom streeft de UT naar voortdurende innovatie van het onderwijs, zowel naar inhoud als naar vorm'.
Andere instrumenten zijn de genoemde 'wederzijdse oriëntatie van technische en maatschappijwetenschappen', 'interactie met de industrie en andere private en publieke instanties, teneinde te komen tot voor de maatschappij relevant onderzoek en wetenschappelijk onderwijs', 'onderzoekprofilering door concentratie op een beperkt aantal zwaartepunten', en een 'gunstige werkomgeving die aantrekkelijk is voor medewerkers en voor gerenommeerde wetenschappers uit binnen- en buitenland', aldus het concept.
Oude missie
In de in het Instellingsplan 1995-1998 opgenomen oude missie was de UT nog een 'ondernemende en rekenschap afleggende universiteit voor technische en maatschappijwetenschappen met een campus', die een plaats wilde 'behouden' in het (inter)nationale universitaire bestel, en daarbij erkende dat zij in onderwijs en onderzoek slechts een 'beperkt' aantal wetenschapsgebieden 'over de volle breedte en met voldoende diepgang' kon bestrijken.
Daarnaast stelde de oude missie dat het UT-onderwijs de studenten behalve 'wetenschappelijke kennis' en 'ontwerpvaardigheden' ook een 'kritisch-reflexieve houding' bij wilde brengen. 'Basis daarvoor zijn de technische en de maatschappijwetenschappelijke kernen en de onderlinge vervlechting daarvan.' Tenslotte moest het UT-onderzoek plaatsvinden 'in een zodanig klimaat dat het aan internationale maatstaven kan blijven voldoen'.
Opvallend
Opvallend is dat naast de onderlinge vervlechting van de twee kernen ook termen als ondernemende en rekenschap afleggende universiteit, campus en kritisch-reflexieve houding uit de missietekst verdwenen zijn. Het CvB spreekt van 'herformuleringen': gekozen is voor een 'eigentijdsere keuze' van trefwoorden waarin onder meer moderne concepten als 'levenslang leren', gewijzigde opvattingen over maatschappelijke relevantie en ook de huidige discussie over kwaliteit in het hoger onderwijs doorklinken.
Het feit dat sommige trefwoorden uit de UT-missie zijn geschrapt, betekent volgens het CvB niet dat ze hun betekenis voor de UT ook verloren hebben. De gesneefde term ondernemende universiteit klinkt door in 'maatschappelijke relevantie', rekenschap afleggende universiteit in 'topkwaliteit'en 'maatschappelijke relevantie'. De verdwenen trefwoorden campus, kritisch-reflexieve houding en ontwerpvaardigheden zullen misschien in de begeleidende tekst van de missie aan bod komen, aldus het CvB.
'Uniek'
De nieuwe missie is volgens het CvB voldoende specifiek geformuleerd. Het CvB erkent dat een streven naar kwaliteit niet echt specifiek te noemen is, maar wijst wel op de taakverdeling tussen universiteiten op onderzoeksgebied, en op het feit dat de UT zich bewust concentreert op een beperkt aantal speerpunten. Voorts is de combinatie van technische en maatschappijwetenschappen zoals de UT die kent nog steeds 'uniek in Nederland'.
Eind november zal de U-raad over de concept-missie een standpunt bepalen. Daarna wil het CvB het CvD een begeleidende tekst laten maken waarin onder meer de relatie van de UT met de regio en de ontwikkeling van multidisciplinaire studies aan bod moeten komen. Uiteindelijk zal de definitieve versie van de strategische missie in april 1996 als onderdeel van het Instellingsplan 1997-2000 door de U-raad worden vastgesteld.
