Studenten moeten de mogelijkheid krijgen om een aantal jaren gespreid te studeren, vindt de PvdA. Dit kan als zij een `knipkaart' met leerrechten krijgen. Volwassenen moeten veel meer mogelijkheden krijgen om zich ook na hun studie te blijven scholen. Dit staat in een ontwerp-resolutie van de Partij van de Arbeid, die afgelopen dinsdag is gepresenteerd. De resolutie staat op de agenda van het partijcongres in februari.
Er moeten volgens de PvdA veel meer mogelijkheden komen voor permanente educatie. Leren en werken moeten vanaf het 16de jaar naar eigen inzicht kunnen worden gecombineerd. Dat studenten vier of vijf jaar studeren, een baan zoeken en vervolgens weinig of geen onderwijs meer volgen is een veel te strak stramien.
De invoering van vouchers acht de PvdA een goede oplossing om studenten werken en studie flexibeler te laten combineren. Jongeren vanaf 16 jaar krijgen dan een aantal jaren door de overheid gesubsidieerd leerrecht, die zij naar eigen believen kunnen benutten, bijvoorbeeld tot hun 30ste jaar. Ook de PvdA- fractie is hiervan voorstander.
De discussie over vouchers duurt al jaren. Minister Ritzen voelt niets voor zo'n knip- of strippenkaart. Hij vindt het administratief zeer ingewikkeld en financieel veel te riskant. Onduidelijk is immers wanneer een student wel en niet zal studeren, en dus wanneer de overheid wel en geen studiefinanciering moet betalen. Ook zullen er jongeren zijn die na hun 16de helemaal niet meer gaan studeren. Dat betekent dat er leerrechten onbenut blijven, wat ten koste gaat van jongeren die wel willen studeren.
Positief is de minister over het pleidooi van de PvdA om meer mogelijkheden te cree\"ren voor permanente educatie. Wat Ritzen betreft draagt de overheid daar geen cent aan bij. Werknemers moeten volgens hem zelf een regeling treffen met hun werknemer, individueel of in een cao. De concept-resolutie noemt dit een mogelijkheid, maar de PvdA wil veel meer initiatieven.
Overigens klaagt de PvdA in de resolutie dat het hoger- onderwijsbeleid de laatste jaren te sterk is bepaald door financieel-economische problemen. Als de overheid meer geld te besteden krijgt, verdient het onderwijs daarbij 'hoge prioriteit'. Studenten worden volgens de PvdA te vaak ontmoedigd om door te studeren. HBO-ers kunnen bijvoorbeeld steeds moeilijker naar een universiteit.
