Op dit moment gelden voor Nederlandse studenten in het buitenland nog drie regelingen: studenten die hun volledige studie in het buitenland (binnen de Europese Unie en Aruba) volgen hebben de keuze tussen een OV-kaart of een reiskostenvergoeding, studenten die meedoen aan een Europees uitwisselingsprogramma krijgen een OV-kaart èn een reiskostenvergoeding en studenten die buiten de officiële uitwisselingsprogramma's om een deel van hun studie in het buitenland volgen krijgen alleen een OV-kaart. Ritzen wil een einde maken aan deze rechtsongelijkheid.
Eind vorig jaar besliste het College van Beroep Studiefinanciering dat studenten die meedoen aan een Europees uitwisselingsprogramma met een terugwerkende kracht van twee jaar recht hebben op een vergoeding van 91 gulden per maand, zonder dat zij hun OV-kaart hoeven in te leveren. Die uitspraak verleidde de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) tot de eis om ook andere studenten in het buitenland een vergoeding te geven. Ritzen komt daar nu gedeeltelijk aan tegemoet. Iedere Nederlandse student in het buitenland mag vanaf volgend jaar kiezen tussen OV-kaart en vergoeding. De mogelijkheid om van beide regelingen te profiteren vervalt echter. Dat treft vooral studenten die vlak over de grens studeren en regelmatig naar huis reizen.
De nieuwe regeling voor studenten geldt tot 1 november 1998. Op dat moment loopt het contract tussen het ministerie en de openbaar-vervoerbedrijven af. De startdatum van 1 februari 1996 is gekozen omdat eerdere invoering volgens het ministerie technisch niet haalbaar is. In een eerste reactie laat de LSVb weten teleurgesteld te zijn dat de nieuwe regeling niet met terugwerkende kracht wordt ingevoerd. De bond overweegt een eerder aangekondigd kort geding tegen het ministerie alsnog door te zetten.