Mogelijk worden toch niet alle mbo-ers en vwo-ers verplicht om in drie jaar af te studeren in het HBO. Minister Ritzen is bereid om over alternatieve oplossingen na te denken. De minister zei dit vorige week tijdens een persconferentie over de mkb-route, een experiment met een nieuw soort opleiding.
In de mkb-route gaan HBO-studenten na het derde cursusjaar studie bij een bedrijf werken. Het vierde cursusjaar vullen zij met modules die zij goed kunnen gebruiken voor hun werk in het bedrijf. Dat laatste cursusjaar vullen zij in een periode van drie jaar, terwijl zij aan het werk zijn. De eerste opleidingen starten in september 1996.
In het concept-Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan (HOOP) schrijft minister Ritzen dat alle vwo-ers en mbo-ers een driejarige hbo-opleiding moeten krijgen. Ondanks felle protesten van de hogescholen tegen deze strikte opvatting, wenste hij geen millimeter te wijken. Dat zou de zaak slechts compliceren.
Dinsdag stelde Ritzen zich echter een stuk soepeler op. 'Het HOOP is niet voor niets een concept-stuk. Dat betekent dat ik in elk geval met de Tweede Kamer moet overleggen over de definitieve inhoud van de voorstellen die daar in staan.' De minister voegde er aan toe dat hij graag met het HBO wil onderhandelen over 'verschillende manieren waarop studenten sneller kunnen afstuderen.' Ritzen beschouwt de mkb-route als een goed voorbeeld van een meer `op maat gesneden' opleiding die het studietempo kan verhogen.
De mkb-route is bedoeld voor studenten die vier jaar mogen studeren. Als de minister toch vasthoudt een driejarige opleidingen voor vwo-ers en mbo-ers, wordt voor die studenten waarschijnlijk een andere route bedacht, werd dinsdag duidelijk.
De minister liet zich zeer lovend uit over de samenwerkingsplannen waar de voorzitters van de MKB-Nederland, J. Kamminga, en de HBo-Raad, A. van der Hek, hun handtekening onder zetten. 'Zowel de universiteiten als de hogescholen moeten zich veel meer gaan richten op het bedrijfsleven. Nu wordt nog te veel gekeken naar de quartaire sector', aldus Ritzen. Academici en hbo-afgestudeerden kunnen volgens de minister een zeer belangrijke bijdrage leveren aan de innovatie van produkten en processen, waar het midden- en kleinbedrijf nu doorgaans de kennis voor mist. Kamminga en Van der Hek waren het daar roerend mee eens. Minister Ritzen stelde 1,5 ton beschikbaar voor verdere ontwikkeling van samenwerking tussen mkb en hbo en andere combinaties van leren en werken.
Het midden- en kleinbedrijf wordt volgens HBO-raadvoorzitter Van der Hek zeer belangrijk voor het HBO. Nu werken er 110.000 hbo-ers. Dat moeten er minstens vier maal zoveel worden, vindt Van der Hek. Volgens voorzitter Kamminga van MKB-Nederland liggen de kansen voor HBO-ers in het mkb (totaal 480.000 bedrijven) voor het oprapen. 'We staan voor de Europeanisering van het mkb. Het wordt uitermate belangrijk dat ook de kleinere bedrijven de grens overgaan. Dat kan leiden tot een verdubbeling van de groei. Afgestudeerden uit het hbo kunnen daaraan een belangrijke bijdrage leveren.'
